Horeca daagt staat voor rechter om rookverbod
Stichting Redt de kleine horecaondernemer heeft de Staat der Nederlanden voor de rechter gedaagd. Inzet is het rookverbod in de horeca.
Het geding heeft plaats in Den Haag op 1 juli, de dag waarop het rookverbod in de Nederlandse horeca ingaat. Dat liet een woordvoerder van de stichting vrijdag weten. „We vinden het een mooie symbolische datum.”De stichting, een initiatief van de stichting Rokersbelangen, vertegenwoordigt 300 horecaondernemers met een kleine zaak, vaak zonder personeel. De stichting wil dat er voor deze groep ondernemers een uitzonderingspositie komt op het wettelijk vastgelegde rookverbod.
De kleine horecaondernemers vinden dat minister Klink van Volksgezondheid een afweging heeft gemaakt met het oog op belangen van de horeca in het algemeen, zonder rekening te houden met de specifieke belangen van kleine zaken.
De horeca mag vanaf 1 juli een aparte ruimte inrichten waar wel mag worden gerookt, maar waar geen bediening is. „Het is juist de kleine horecaondernemer die de dupe zal worden van de huidige regeling. De kleine ondernemers kennen hun rokende vaste klanten. Door hen wordt aangegeven dat zij hun heil zullen zoeken bij de grotere horecagelegenheden die wel vierkante meters en financiële middelen hebben voor een aparte ruimte”, meldt de dagvaarding.
Doel van het geding is om de kleine horeca niet onder het rookverbod te laten vallen. De stichting verwijst naar sommige andere landen waar die uitzondering al wel bestaat, zoals in België en Denemarken.
„Een terugkerend verhaal bij deze ondernemers is dat zij voor een groot deel van hun omzet afhankelijk zijn van hun rokende vaste klanten, en het verdwijnen van deze klanten het voortbestaan van de onderneming op het spel zet”, aldus de stichting.
Ondertussen roept de VVD kroegbazen en cafébezoekers op een proefproces te beginnen tegen de staat. Het doel zou moeten zijn af te dwingen dat bezoekers en personeel ook na 1 juli nog zelf kunnen kiezen voor een kroeg waar wel of niet mag worden gerookt.
Vanaf 1 juli geldt een rookverbod voor uitgaansgelegenheden om ook het personeel daar een rookvrije werkplek te bieden. De VVD is tegenstander van het verbod. Volgens de liberalen moeten horecapersoneel en bezoekers zelf kunnen kiezen of ze in een kroeg willen zijn waar gerookt wordt. „Deze wet is veel te rigide”, aldus VVD-Tweede Kamerlid Halbe Zijlstra vrijdag in het Radio 1-programma DingenDieGebeuren. Hij vreest ook derving van inkomsten voor ondernemers, waarover ook kroegbazen in Duitsland klagen sinds daar een rookverbod geldt.
Het Instituut voor Veiligheid en Crisismanagement (COT) waarschuwt voor extra overlast en onveiligheid in het Amsterdamse uitgaansleven als vanaf 1 juli het rookverbod van kracht is. Vooral op en rond het drukke Rembrandtplein en her Leidseplein zouden samenscholende rokers op straat voor problemen kunnen zorgen.
Een medewerker van het COT bevestigt vrijdag namens de onderzoekers een verhaal hierover in Het Parool. Volgens het instituut moeten de politie, het stadsdeel Centrum en de horeca extra maatregelen treffen om de nieuwe overlast tegen te gaan.
De onderzoekers zeggen te vrezen voor „geluidsoverlast, vervuiling van de straat, agressie en opmerkingen van rokers tegen voorbijgangers, en rokers die zich tussen het verkeer begeven”. Paul Hermanides, voorzitter van Koninklijk Horeca Nederland afdeling Amsterdam, zegt zich inderdaad zorgen te maken over hoe gasten zich aan het rookverbod zullen aanpassen. „Samenscholingen op de drukke pleinen hebben zeker consequenties. Als daar een gespannen sfeer hangt, weet je niet wat er kan gebeuren”.
De politie en het stadsdeel Centrum zeggen nog geen concrete maatregelen geformuleerd te hebben omtrent de invoering van het rookverbod op 1 juli. Ze wachten het COT-rapport af, dat nog niet officieel is gepubliceerd. Ook de gemeente Amsterdam heeft nog geen aparte maatregelen getroffen, meldt een woordvoerder.