Te veel keizersnedes bij stuitligging baby
Een keizersnede bij stuitligging is vaak onnodig. Via een uitwendige behandelmethode kan 46 procent van de zwangere vrouwen geholpen worden zonder dat er hoeft te worden gesneden.
Dat melden diverse gynaecologen verbonden aan het Catharina-ziekenhuis in Eindhoven morgen in het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde.Een stuitligging komt jaarlijks zo’n 8000 keer per jaar voor. Normaal gesproken ligt een baby aan het einde van de zwangerschap met het hoofdje naar beneden. Bij 3 tot 5 procent van vrouwen met een zwangerschap langer dan 36 weken heeft de foetus een stuitligging. Dat betekent dat de billetjes of de voetjes van de baby het laagst liggen.
Het aantal keizersneden bij stuitligging is de afgelopen jaren fors toegenomen van 50 procent in 2000 tot 80 procent in 2006. Dit terwijl een keizersnede nadelen met zich meebrengt, zoals een verhoogde kans op overlijden en een fors hoger risico op complicaties bij toekomstige zwangerschappen.
De onderzoekers ontwikkelden in 2003 een protocol om de baby van stuitligging naar hoofdligging te draaien, de zogenoemde uitwendige versie. Hierbij wordt de stuit uit het bekken geduwd, terwijl een tweede arts het foetale hoofd richting bekkeningang duwt. Dit protocol werd in de periode 2004-2006 uitgevoerd bij 209 zwangere vrouwen. Bij 46 procent bleek de uitwendige versie succesvol.
Volgens de onderzoekers is het routinematig uitvoeren van uitwendige versie een eerste vereiste voor goede expertise. In een verloskundige praktijk doen zich per jaar drie tot vijf stuitliggingen voor. Op basis van dit kleine aantal kan men niet goed ervaring opdoen, zo stellen de onderzoekers. Een gynaecoloog die incidenteel een versie uitvoert, zal ook niet genoeg handigheid opbouwen. „Daarom pleiten wij voor het opzetten van een polikliniek voor uitwendige versie met een vast team van getrainde verloskundigen of gynaecologen. Elke zwangere met een kind in stuitligging moet deze mogelijkheid aangeboden krijgen”, aldus de artsen.
Het team benadrukt bovendien dat deze speciale polikliniek niet alleen leidt tot een afname van moedersterfte, maar ook tot een aanzienlijke kostenbesparing voor de gezondheidszorg. Een keizersnede kostte in 2006 circa 5600 euro en een bevalling na versie 1000 euro, een verschil van 4600 euro.