Houwaart heeft tien jaar als (eenmans)fractielid in de raad gezeten.Vanwaar een gebrek aan vertrouwen?

„De informatievoorziening van burgemeester en wethouders is naar mijn idee al jaren onzorgvuldig en onvolledig. In mijn afscheidsspeech van vorige week woensdag heb ik verschillende voorbeelden genoemd.

Zo werd er in 2006 tijdens drie raadsvergaderingen informatie achtergehouden over de financiële gevolgen van de zogenoemde omklap: niet bouwen op Bronsgeest-Noord maar op Offem-Zuid. De burgemeester stelde dat een informatiebrief of e-mail pertinent verzonden was, terwijl dit achteraf bezien aantoonbaar niet het geval was. En in december 2007 werd ons bij een subsidieverlening van 50.000 euro informatie niet verstrekt die wel aanwezig was.”

Lost vertrekken als raadslid wel iets op? Waarom niet de meer gebruikelijke procedures gevolgd, zoals het indienen van een motie van wantrouwen?
„In mijn periode als raadslid, heb ik twee keer zo’n motie ingediend. Dat heeft ook twee keer tot het vertrek van een wethouder geleid. Maar op dit moment schijnt de gemeenteraad in z’n algemeenheid een tekort aan informatie te accepteren. Als jij dan wel steeds weer aan de bel trekt, word je op een gegeven moment de boeman.

Misschien speelt hierbij mee dat de meeste raadsleden overdag werken en daarnaast ook nog kinderen hebben. Dan is het lastig om grondig te werk te gaan. De achterliggende jaren had ik relatief veel tijd voor het gemeenteraadswerk, omdat ik een jaar of zes geleden mijn accountantskantoor heb overgedaan aan mijn zoon. In drukke periodes, onder andere toen ik deel uitmaakte van de financiële onderzoekscommissie, heb ik hele werkweken aan het raadswerk besteed.”

In zijn afscheidsspeech wees Houwaart erop dat er „een zeker spanningsveld is ontstaan” tussen de burgemeester en hem. In zijn toelichting laat hij doorschemeren dat ook de niet optimale persoonlijke verhouding tot zijn vertrek heeft bijgedragen.

U stond bekend als een kritisch raadslid.
„Inderdaad verschilde ik zo nu en dan van mening met het college. Hierbij zei ik dan ook ongezouten de waarheid, maar wel op een nette en zeker niet op een kwetsende of ruzieachtige manier. Ik kon het echt niet over mijn kant laten gaan als bijvoorbeeld het reglement van orde niet juist werd toegepast, zoals bij een onjuiste behandeling van een initiatiefvoorstel van onze fractie of als mijn stemverklaring in de notulen werd weggelaten.”

Houwaart heeft de CU -overigens een eenmansfractie- tien jaar in de raad vertegenwoordigd. Bij zijn vertrek kreeg hij lovende woorden van het college en van collega-raadsleden, onder meer vanwege zijn bevlogenheid, eerlijkheid en dossierkennis. Zijn opvolger is J. A. van Duin, die er volgens Houwaart vol goede moed tegenaan gaat.