Joodse gehaktballen in de synagoge
Licht ontsteken op de sabbat is voor Joden verboden. Maar de Joodse Abraham de Lange was vindingrijk. Hij liet gewoon een Nederlandse buurman zijn kaarsen aansteken. Meer verhalen over de succesvolle integratie van Joden in Elburg zijn vanaf vrijdag te lezen en te horen in het nieuwe Joodse museum in het Gelderse vestingstadje.
Het geboor van bouwvakkers doet de voormalige synagoge uit 1855 op z’n grondvesten trillen. Elektriciens lopen gehaast heen en weer om de laatste draden aan te sluiten. De vloer is bedekt met snoeren, hamers, schroeven en allerhande bouwmateriaal. Nog een dag hebben de werklieden de tijd. Vrijdag vindt de opening plaats van het gebouw dat is omgetoverd tot een museum voor Joods leven.Sjoel Elburg presenteert zichzelf als verhalenmuseum. „Wij zijn geen oorlogsmuseum. We willen een beeld geven van de geschiedenis van Joden in de mediene (provincie), waarbij we Elburg als voorbeeld nemen. We sluiten echter onze ogen niet voor de gruwelijkheden uit de oorlog. Toen werden 21 joden uit Elburg gedeporteerd. Alleen een onderwijzeres keerde terug”, vertelt Voorzitter Van Hout van de Stichting Synagoge Elburg.
In het museum vertellen informatiezuilen het verhaal van acht Joodse families die vanaf 1700 in Elburg hebben gewoond. Een van hen is de familie Cohen. Via een koptelefoon meldt Elburger Aart Jansen dat slager Joop Cohen „een eerlijke handelaar was. Hij schatte geen pond verkeerd.” Zaterdagavond was het altijd topdrukte bij de Elburgse Jood. Na afloop van de sabbat braadde hij overheerlijke gehaktballen, die door de inwoners pikballen werden genoemd. Cohen overleed in 1974 en was de laatste Joodse inwoner van Elburg.
Opmerkelijk in alle verhalen is de goede integratie van Joden in Elburg, vertelt Van Hout „Een Jood was voorzitter van de Oranjevereniging. Als Koninginnedag op zaterdag viel, werd dat speciaal voor Joden op maandag gevierd. Schoolonderricht op zaterdag werd verzet naar de woensdag vanwege de sabbat.”
Belangrijke reden voor de succesvolle integratie was de gastvrijheid van Elburgers, meent Van Hout. „De reformatorische bevolking heeft een bijzondere band met de Joden. Voor hen zijn ze het volk van God.”
Op de oorspronkelijke plek van de bima -het spreekgestoelte- laat een maquette de originele sjoel uit 1855 zien. Rabbijn Jacobs geeft de bezoeker in een filmpje informatie over diverse onderdelen van het interieur. Op een muur is een film over het Joodse leven op het platteland geprojecteerd. Beelden van een synagogedienst en een Joodse bruiloft flitsen voorbij.
De plannen voor een Joods museum in de synagoge dateren al van 1993. De historische vereniging hield toen ter gelegenheid van het 750-jarig bestaan van Elburg in de synagoge een tijdelijke tentoonstelling over Joods leven in Elburg. De expositie sloeg aan bij inwoners. Zodanig dat in 2005 Stichting Synagoge Elburg werd opgericht die zich serieus over het idee ging buigen.
De grootste hobbel die de stichting moest nemen, was het overtuigen van plaatselijke politici, vertelt Van Hout. „In het gebouw oefenden drie zangverenigingen en een muziekkorps. Die kon de gemeente er niet zomaar uitzetten.” Na veel gepraat kwam gemeente vorig jaar overeen dat musici konden oefenen in gebouw ’t Huiken.
De voorzitter hoopt jaarlijks op zo’n 10.000 tot 15.000 bezoekers. Vooral vanuit Joods Nederland verwacht Van Hout veel belangstelling. „Voor hen is dit museum toch een stuk waardering.”
Sjoel Elburg wordt vrijdag om 14.00 uur geopend door de commissaris van de Koningin in Gelderland, Cornielje. Vanaf zaterdag is het museum open voor publiek.