Vervoerders voor miljoenen gekort
Diverse provincies hebben dinsdag aangekondigd dat ze de vervoersbedrijven gaan korten wegens de stakingen in het openbaar busvervoer. Bij elkaar opgeteld gaat het om miljoenen euro’s.
Dat blijkt uit een rondgang langs de provincies, die door het ANP is uitgevoerd.De grootste financiële strop dreigt te komen van het OV-bureau Groningen Drenthe. Dat heeft haar betalingen aan Arriva stopgezet. Het bureau wordt aangestuurd door beide provincies en de gemeente Groningen en is verantwoordelijk voor de uitbesteding van het openbaar vervoer. De betalingen aan het vervoersbedrijf á 300.000 euro per dag zullen worden ingehouden zolang de algehele stakingen voortduren, zo liet het bureau weten.
Verder onderzoekt de provincie Groningen de mogelijkheid van een kort geding tegen de werkgevers en werknemers in het openbaar vervoer. Hiermee wil het provinciebestuur de partijen dwingen een oplossing te vinden voor de impasse waarin het overleg verkeert. Woensdagavond wordt bekendgemaakt of het kort geding doorgaat.
De provincie Zuid-Holland gaat Connexxion korten voor ongeveer 250.000 euro per stakingsdag. Mocht Groningen juridische stappen nemen tegen de partijen in het cao-conflict, dan steunt Zuid-Holland de collega’s in het noorden. Datzelfde geldt overigens voor vrijwel alle provincies.
Noord-Brabant houdt conform de contracten met Arriva en Veolia geld in voor de ritten die niet gereden worden. De bedragen kunnen in deze provincie oplopen tot een miljoen euro per week. De provincies Utrecht, Gelderland, Friesland en Zeeland gaan ongeveer op dezelfde manier om met de ontstane situatie. Deze provincies konden nog geen schatting geven van de hoogte van de kortingen.
Overijssel gaat geld terugvorderen van Connexxion voor de dagen waarop geen of minder bussen rijden. „Daarvoor hoeven we niet naar de rechter te stappen. We maken gebruik van de boeteclausule in het contract", geeft gedeputeerde Klaasen (VVD) aan. In het contract staat volgens hem dat voor elke dag dat bussen niet rijden een wanprestatie wordt geleverd. „Het terug te vorderen bedrag loopt in de honderdduizenden euro’s per week".
Klaasen wil gebruik maken van de boeteclausule om druk uit te oefenen op de stakers en het bedrijf, zodat deze weer met elkaar gaan praten. „Het is ongehoord dat er niet gepraat, maar wel gestaakt wordt. Het busvervoer is een hoogwaardig product waar veel mensen op moeten kunnen rekenen". Volgens Klaasen verliezen mensen het vertrouwen in het openbaar vervoer als er nog langer gestaakt wordt. „En dat is slecht voor het vervoersbedrijf en het personeel, want zij zijn straks de dupe van een teruglopend aantal reizigers".
De provincie Limburg ziet vooralsnog geen aanleiding om stappen te ondernemen richting Veolia. Aan het eind van het jaar volgt een evaluatie en kan eventueel een boete worden opgelegd.