Buitenland
VN beschuldigen Birma van ‘dumpen’ mensen

De militaire regering van Birma jaagt overlevenden van de cycloon Nargis uit vluchtelingenkampen en „dumpt” hen vrijwel zonder hulpgoederen in de buurt van hun verwoeste dorpen. Die beschuldiging heeft het kinderfonds van de Verenigde Naties, Unicef, vrijdag geuit.

AP
Acht kampen die de regering voor de ontheemden had opgezet in Bogale in de Irrawaddydelta zijn al helemaal leeggehaald, zei Unicefmedewerker Teh Tai Ring op een bijeenkomst van hulpverleningsorganisaties. De ontruiming gebeurt onaangekondigd, zei hij.

Ook in Labutta, een andere plaats in de zwaar getroffen delta, werden kampen gesloten.

Het samenbrengen van overlevenden in kampen maakte het gemakkelijker hun hulp te verlenen. De verwoeste dorpen waar de mensen nu weer naartoe worden gestuurd zijn alleen per boot of over moeilijk begaanbare wegen te bereiken. De paar hulpverleners die enkele afgelegen dorpen hebben bezocht zeiden dat daar weinig is om de mensen in leven te houden. De huizen zijn verwoest, het vee is dood en de voedselvoorraden zijn zo goed als uitgeput. Medicijnen zijn er helemaal niet.

De Unicefmedewerker zei dat sommige overlevenden rantsoenen meekrijgen als ze op pad worden gestuurd. Anderen krijgen die niet, omdat ze geen identiteitskaart kunnen tonen.

In Rangoon werden meer dan 400 overlevenden uit Labutta op last van de autoriteiten uit een kerk gezet waar zij onderdak hadden gevonden. Het was een hartverscheurend tafereel, zei een functionaris van de kerk die zijn naam niet durfde noemen. „Deze dorpelingen hebben hun huizen en hun familieleden verloren en hun hele dorp is weggevaagd. Ze hebben geen thuis om naar terug te keren.”

Op enkele zwangere vrouwen, twee jonge kinderen en ernstig zieken na werd de hele groep vrijdagmorgen in vrachtwagens afgevoerd. De kerkmedewerkers kregen te horen dat de groep voorlopig zou worden overgebracht naar een kamp in Myaung Mya, een stad in de delta die relatief ongeschonden is gebleven. De onzekerheid over hun bestemming maakte de vluchtelingen angstig, triest en hulpeloos, zei de functionaris. Veel van de overlevenden, leden van de kerk, artsen en verpleegkundigen huilden, zei hij.

Terje Skavdal, een hoge VN-functionaris in de Thaise hoofdstad Bangkok, zei nog niet te kunnen bevestigen dat de kampen worden ontruimd, maar noemde elke gedwongen verplaatsing van mensen „volkomen onaanvaardbaar.”

Eerder verklaarden buitenlandse hulpverleners dat ze nog steeds door de militaire machthebbers worden gedwarsboomd, ondanks de belofte van de junta aan VN-secretaris-generaal Ban Ki Moon alle beperkingen op te heffen. De behandeling van aanvragen om naar het gebied te mogen reizen neemt volgens de hulporganisaties standaard 48 uur in beslag. Het Internationale Rode Kruis wacht nog steeds op toestemming om dertig medewerkers naar de Irrawaddydelta te sturen. „Door de hulpverlening te blijven uitstellen en hinderen laten de generaals zien dat onderdrukking zelfs doorgaat in tijden van rampspoed”, zei Human Rights Watch.

Skavdal zei dat de overeenkomsten over toegang, visa en gebruik van logistiek snel moeten worden uitgevoerd. Ondanks de veelbelovende toezeggingen van de militaire regering „blijft wat er in de praktijk gebeurt de ware proef op de som.”

Naar schatting 2,4 miljoen mensen die de cycloon van 2 en 3 mei overleefden zijn dakloos en lijden honger. Volgens de regering bedraagt het aantal doden en vermisten door Nargis 134 duizend.

Hoewel de internationale gemeenschap miljoenen euro’s heeft gedoneerd, haalde Birma eerder uit naar landen die niet genoeg zouden geven. Tot nog toe heeft Birma 96 miljoen euro ontvangen, maar het land heeft volgens de junta zeven miljard euro nodig.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer