Binnenland

Speurneus vindt familie omgekomen vliegenier

Een Amerikaanse bommenwerper stortte in 1943 boven De Bilt neer. Vijf bemanningsleden kwamen om. Co de Swart uit Zeist besloot op zoek te gaan naar de families van de verongelukte bemanningsleden. Na jarenlang speuren is zijn werk voltooid. Stacy Ferotti, nicht van bemanningslid Jimmy Parker, legde vandaag een krans.

Felix de Fijter
30 May 2008 09:55Gewijzigd op 14 November 2020 05:54
DE BILT – Stacy Feratti, nicht van bemanningslid Jimmy Parker, legde vandaag een krans bij het monument voor de omgekomen Amerikaanse vliegers. Foto RD, Anton Dommerholt
DE BILT – Stacy Feratti, nicht van bemanningslid Jimmy Parker, legde vandaag een krans bij het monument voor de omgekomen Amerikaanse vliegers. Foto RD, Anton Dommerholt

Als zevenjarige knaap stond Co de Swart op 20 oktober 1943 met zijn neus boven op het neergestorte vliegtuigwrak in De Bilt. Zo’n vijf jaar geleden begon De Swart zijn zoektocht naar de families van de omgekomen bemanningsleden van de US B-17-bommenwerper. Voor hen is in De Bilt een monument opgericht. Tot een paar weken geleden was er nog één familie niet gevonden; die van staartschutter Jim Parker.De Swart ving bot bij bevolkingsregisters, kerken, begraafplaatsen, veteranenorganisaties en ook op internet liep het spoor telkens dood. „Nou moet je weten dat Parker in de Verenigde Staten net zo iets is als Jansen of De Vries hier in Nederland. En de geboorteregisters van voor de jaren vijftig waren niet zo best in Amerika. Dat maakte de zoektocht voor mij erg lastig”, vertelt De Swart. Uiteindelijk kwam hij met behulp van twee genealogen de familie van Parker op het spoor. „En zo zijn we dus in contact gekomen met Stacy”, wijst De Swart naar zijn gast.

Nog amper bekomen van haar jetlag vertelt Stacy Ferotti (48) over het eerste Hollandse contact, ongeveer zes weken geleden. „Ik werd eerst gebeld door m’n broer, hij sprak een heel raar voicemailbericht in. Hij zei: „Had moeder behalve Eddy en Tommy nog een broer? Zo ja, bel me dan terug.” Dus ik belde hem en zei: Ja, mama had nog een broer. Jimmy, hij is omgekomen in de Tweede Wereldoorlog.”

Het balletje ging plotseling rollen in de familie van Stacy. „Ik kreeg contact met ene Marit Fredericksen, de genealoge. Dat was zo’n aparte ervaring. Ze wist meer over mijn familie dan ik! Ze heeft onze hele stamboom tot 150 jaar geleden achterhaald. Het is zo’n gekke gedachte dat er de afgelopen jaren mensen zijn geweest, in de VS maar ook in Nederland, die geprobeerd hebben je op te sporen.”

„We zijn niet zo’n hechte familie”, vertelt Ferotti, die als zakenvrouw geregeld de wereld overvliegt. „Maar plotseling werd ik gebeld door neven en nichten. Ik kreeg foto’s opgestuurd, ook foto’s van m’n moeder die ik nog nooit had gezien.” Uiteindelijk kwam Ferotti in contact met De Swart, die zo blij als een kind reageerde op het nieuws dat de familie van het laatste bemanningslid was gevonden. Donderdag bracht hij het laatste nog in leven zijnde bemanningslid op de hoogte per e-mail.

„En nu zit ik hier op de bank”, verzucht de Amerikaanse, voor wie het op een of andere manier ook een emotioneel gebeuren is. „Ik probeer er achter te komen waarom dit emoties oproept, maar ik kan het nog niet echt plaatsen.” Ferotti is De Swart dankbaar voor het oeverloze zoeken en speuren naar de familie van ”uncle Jimmy”. „Mijn broer vroeg me: Waarom doet zo’n man zoiets? Hij kon het niet vatten. Ik kan het wel begrijpen. Ik ben verschillende keren in Europa geweest. Op iedere straathoek vind je wel een oorlogsmonument; dat is in Amerika heel anders. Ik vind dat indrukwekkend. Zelf ben ik erg bezig met het heden en de toekomst, maar de geschiedenis heeft ons veel te bieden. Zonder die geschiedenis had ik hier nooit op de bank gezeten.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer