Armoede bij zo’n 19.000 Zeeuwen
Zo’n 19.000 Zeeuwen leven in armoede, onder wie 5000 kinderen. Dat blijkt uit de eerste Zeeuwse Armoedemonitor, uitgevoerd door het instituut Scoop.
De onderzoeksresultaten werden gisteren gepresenteerd in het gemeentehuis van Kapelle.Ongeveer 5,9 procent van de Zeeuwse huishoudens had op 1 januari 2006 (de peildatum van het onderzoek) een inkomen dat lager was dan 105 procent van het sociaal minimum.
Het Zeeuwse armoedecijfer is positiever dan het landelijke gemiddelde: 9,3 procent van de Nederlandse huishoudens moet rondkomen van het sociaal minimum.
Opvallend is dat een op de vier Zeeuwse minima geen gebruikmaakt van gemeentelijke inkomensondersteunende regelingen, terwijl men daar wel recht op heeft. Scoop wil dat gemeenten mensen actiever wijzen op de regelingen.
Voor het onderzoek heeft het instituut een analyse gemaakt van een grootschalige inventarisatie onder de Zeeuwse gemeenten en andere instanties.
Onder de Zeeuwse minima zijn (conform de landelijke trend) relatief veel alleenstaanden, eenoudergezinnen en niet-westerse allochtonen. De monitor wordt binnen enkele jaren herhaald.
Vlissingen is met 10,1 procent de enige Zeeuwse gemeente die boven het landelijk gemiddelde uitkomt. Kapelle heeft met 1,7 procent relatief de minste minimumhuishoudens van Zeeland. Het percentage Zeeuwse minimumhuishoudens was iets hoger geweest als de inwoners van de gemeente Terneuzen waren meegeteld. Die ontbreken in de monitor.