Laatste ronde voor Terneuzense melkboer
Henk van der Vaart uit Terneuzen moest deze week op zijn melkronde vele handen schudden. De 61-jarige melkboer is aan zijn afscheidstoer begonnen.
„Elke dag neem ik van een aantal klanten afscheid. Dat moet ik wel zo doen, want overal word ik binnen gevraagd. Iedereen wil me iets aanbieden en persoonlijk bedanken. Ik kom tijd te kort”, vertelt Van der Vaart.In de hal van zijn woning zijn de vele attenties in natura stille getuigen van de waardering voor zijn werk. Maar liefst 45 jaar konden gezinnen in Terneuzen en omgeving, veelal uit protestantse kringen, op hem rekenen. „Ik heb het elke dag met plezier gedaan. Altijd een goed humeur. Zes dagen per week: drie keer om zes uur en drie keer om halfzeven beginnen. Om halfacht had ik mijn eerste klant. Zondag was de rustdag, want zo ben ik opgevoed.”
Henk van der Vaart werd geboren in Delft en groeide op in een gereformeerd gezin met zes kinderen. „In mijn puberteit emigreerden we naar Australië, maar mijn moeder had heimwee.” Het gezin keerde na bijna drie jaar terug naar Nederland. „Ik was de tweede zoon. Mijn vader was boer en leurde zelf de melk uit. Ik heb niet veel schoolopleiding gehad. Ik was veertien jaar toen ik als knecht met mijn vader op pad ging. We hadden een eigen route, met gereformeerde klanten. Een rooms-katholieke melkboer had klanten van zijn geloof. Zo ging dat in die tijd.”
Ze hadden ook een melkwijk in Amsterdam. „Dat was hard werken. Al die trappen op”, herinnert hij zich.
In 1963 kreeg zijn vader de kans een melkwijk van zuivelhandel Hamelink in Terneuzen over te nemen. „Zeeuws-Vlaanderen kende toen geen importmensen, maar we werden meteen geaccepteerd. Het dialect was even wennen.”
In de jaren ’60 had Terneuzen 24 melkboeren. „Ook in Terneuzen hadden we gereformeerde gezinnen als vaste klanten. Zo liepen er meer melkboeren in dezelfde wijk.”
In 1968 nam Van der Vaart de wijk van zijn vader voor 8000 gulden over. Zijn ouders verhuisden van Terneuzen naar Ermelo. In die periode vestigde Dow Chemical zich bij Terneuzen. „Ik had Dow-klanten die alleen maar Engels spraken. Mijn Australische tijd kwam dus goed van pas.” Hij trouwde met de Terneuzense Suzie en kregen twee zoons, Jacco en Bas.
In de jaren ’70 kwamen de supermarkten. Daar was het moeilijk tegen concurreren. Veel melkboeren verdwenen. Van der Vaart hield zich staande en zag zijn melkronde uitgroeien tot 500 adressen. „Ziek zijn kon niet. De klanten verwachtten dat ik kwam.”
In 1999 overleed zoon Jacco op dertigjarige leeftijd aan de gevolgen van een besmettelijke ziekte, opgedaan tijdens zijn uitzending naar het oorlogsgebied in Joegoslavië. „Ik heb toen acht dagen niet gewerkt. Die tijd was natuurlijk veel te kort voor het verwerkingsproces. Het is nog steeds een open wond.”
Van der Vaart versleet als melkboer acht busjes.
Piet de Vos was lange tijd Van der Vaarts hulpje. Hij is lid van de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt, waar De Vos later predikant werd. „Ik heb één keer een dienst van hem bijgewoond.”
Van der Vaart constateert de laatste jaren een verharding in de maatschappij. „Mensen stelen de kratten van m’n bus. Maar ik ken ook eenzame mensen die blij waren dat ze de melkboer zagen.”
De hete zomers van de laatste jaren spelen hem parten. „Dan is er veel meer vraag naar frisdrank, maar het betekent ook dat ik in die warmte harder moet lopen. Daar werd ik gek van.”
De melkboer hield vier adressen van het eerste uur over. „Een van hen stamt uit een kerkelijke familie van wie iedereen klant is geweest.”
Zeeuws-Vlaanderen telt nog drie melkmannen. Van der Vaart zal zijn melkronde missen. „Maar ik zal mijn klanten blijven zien.” Zijn vrije tijd gaat hij vullen met zijn hobby’s: fietsen, zijn moestuin, honden en zangvogels. „Ik ga hem ook leren boodschappen doen”, vult echtgenote Suzie aan.