OM eist vijf jaar wegens fatale overval avondwinkel
Het Openbaar Ministerie (OM) heeft woensdag voor de rechtbank in Amsterdam vijf jaar celstraf geëist tegen de 21-jarige Khadim D. Officier van Justitie, Van Laere, houdt hem verantwoordelijk voor het medeplegen van een poging tot overval op de Amstelveense avondwinkel Car Check met als gevolg dat de 62-jarige medewerker Huib Krooder overleed.
Justitie hecht geen enkele waarde aan de verklaringen van D. over dat hij niet wist dat zijn 16-jarige kompaan van plan was de zaak te overvallen. De jongen, hoofdverdachte in het proces, kreeg vorige maand volgens volwassenenstrafrecht drie jaar cel en tbs met dwangverpleging opgelegd. De 21-jarige medeverdachte legde tot twee keer toe een bekennende verklaring af, die hij later weer introk. D. zei dat hij had bekend omdat hij bang was dat hij zou worden beschuldigd van moord.De 16-jarige hoofdverdachte ging op 9 augustus vorig jaar met een mes de avondwinkel binnen omdat hij geld wilde halen. Volgens de officier spraken de mannen van tevoren af dat D. op een scooter op hem zou wachten zodat ze zich na afloop snel uit de voeten konden maken. Ze zouden de buit delen. Toen bleek dat Krooder niet zomaar het geld wilde overhandigen, ontstond in de zaak een worsteling. Daarbij stak die laatste het slachtoffer in de borststreek, met de dood als gevolg.
D. beweerde tijdens de zitting dat hij samen met zijn vriend drank wilde gaan halen. Hij bleef echter achter omdat hij moest plassen en wachtte vervolgens even verderop. Toen de jongen onder het bloed kwam aanrennen en in paniek riep dat ze zich uit de voeten moesten maken, startte hij de scooter en reden ze vol gas weg. Hij verklaarde veel spijt te hebben.
Het OM verwijt D. dat hij wist dat zijn vriend een ongeleid projectiel was die door hem zelfs als ’tbs’er’ werd aangeduid. Van Laere noemde de onverschillige houding en desinteresse van de verdachte verbijsterend. Volgens D.’s advocaat Van Gaalen maakt de zaak wel degelijk indruk op hem.
Van Gaalen pleitte voor vrijspraak. Volgens hem kan niet bewezen worden dat de bekennende verklaringen van zijn cliënt kloppen, omdat ze niet in lijn zijn met de onderzoeksbevindingen. D., die door deskundigen als licht verminderd toerekeningsvatbaar wordt beschouwd, had volgens hem geen zicht op de situatie omdat hij verderop stond en kon daardoor ook niet ingrijpen.
De rechtbank doet op 11 juni uitspraak.