Wonen en werken op 262 meter hoogte
Hij moet 262 meter hoog worden en daarmee alle andere gebouwen in Nederland de loef afsteken. Wethouder Bosch van Utrecht is enthousiast over de Belle van Zuylentoren, die mogelijk in 2013 of 2014 in Leidsche Rijn staat. Morgen houdt de gemeente voor omwonenden een informatiedag over de stand van zaken.
Het gebied waar de woon-werktoren moet komen, is nu nog een woestenij. Overal liggen hopen zand en de grond is op lang niet alle plaatsen bouwrijp. Vrachtwagens, shovels en busjes van tal van bouwbedrijven rijden af en aan door het gebied naast de snelweg A2, aan de noordkant van het centrum van Leidsche Rijn. Op ongeveer een kilometer van de toekomstige toren staan nieuwbouwhuizen. In de verte is de Utrechtse Domtoren te zien, met ruim 110 meter nu nog het hoogste punt van Utrecht. Maar dat is waarschijnlijk snel voorbij.De Belle van Zuylentoren moet rond 2014 een modern markeringspunt voor de stad worden. Een haalbaar plan, zo denkt wethouder Bosch. „Er moeten nog tal van onderzoeken plaatsvinden naar onder andere de functie van het gebouw, de bereikbaarheid en de veiligheid.” Maar het college van B en W staat in elk geval achter de plannen. „Ook de meeste partijen in de gemeenteraad zijn positief. Natuurlijk zijn er wel kritische geluiden van milieuorganisaties en ook van individuele omwonenden, maar we krijgen met name positieve reacties.” Onder andere de gemeenteraad moet nog een definitieve beslissing nemen.
Wanneer in 2011 naar verwachting de eerste schop in de grond gaat, zal er een opvallende toren verrijzen. Hij zal aan de onder- en de bovenkant breed zijn, terwijl het middengedeelte een stuk smaller wordt. Aan de onderkant wordt hij 110 meter breed en lang, terwijl hij bovenin 100 bij 100 meter zal zijn, wat betekent dat hij anderhalf keer zo breed wordt als de WTC-torens die in 2001 werden verwoest. Wel wordt hij 150 meter lager dan de Twin Towers. Bij mooi weer zal hij vanuit Gouda te zien zijn. De Belle van Zuylentoren krijgt onder meer een functie als kantorencomplex, appartementengebouw en hotel. Bovendien zullen winkels zich in de voet van het pand vestigen.
Volgens Bosch is de toren niet zomaar een prestigeobject. „De gemeente Utrecht wil uitdrukking geven aan de moderne Vinex-locatie Leidsche Rijn. We hebben nu al een waardevol historisch centrum in de stad, maar we willen aantonen dat Utrecht meer heeft dan dat.” Bovendien is de toren een bijdrage in de strijd tegen ruimtegebrek in de stad. Daar staat wel tegenover dat de toren veel mensen en dus veel verkeer zal aantrekken. „De toren komt vlak bij de A2 en bij een treinstation. Ik hoop dat veel mensen voor het openbaar vervoer kiezen.”
De kritiek dat het enorm hoge gebouw horizonvervuiling kan zijn, wijst Bosch van de hand. „Hij zal niet uit de toon vallen, omdat er ook andere hoge gebouwen omheen komen.” Het gaat dan wel om panden van niet veel meer dan negen of tien verdiepingen. „Deze toren wordt dus wel veel hoger dan de rest.”
Ook voorzitter Willem Baggerman van de wijkraad Leidsche Rijn, een onafhankelijk adviesorgaan, is voorstander van de bouw. Volgens hem zijn onder de inwoners van Leidsche Rijn met name positieve geluiden te horen. De wijkraad zet nog wel vraagtekens bij de infrastructuur. „Zo’n toren zorgt voor extra verkeer. Het huidige wegennet is daar denk ik niet op berekend.” Ook vraagt Baggerman zich af of er voldoende is nagedacht over de brandveiligheid. „Gezien de brand in Delft van afgelopen dinsdag moet er bij een toren van 262 meter hoog zeker goed over worden nagedacht.”
Baggerman denkt niet dat de hoge toren veel horizonvervuiling zal geven. „Als je op het aardoppervlak loopt, kijk je niet naar hoge gebouwen. Bovendien staan er in Utrecht meer hoge bouwwerken, zoals een schoorsteen en een bankgebouw. Daar let je ook niet op.”
Stichting Het Utrechts Landschap is eveneens niet tegen de bouwplannen, maar vindt de plaats niet erg logisch. „Het is een vreemde locatie”, aldus Paul Vesters, medewerker cultuurhistorie. „Utrecht heeft geen traditie met hoogbouw. Hij zou beter staan in Rotterdam of de Amsterdamse Zuidas.” Volgens hem passen hoge bouwwerken, zoals torens en windturbines, nu eenmaal beter in het ene gebied dan in het andere. „Maar toch heeft een baken in het landschap wel wat.”