Binnenland

Pleidooi voor aanpassing beroepsonderwijs

Demissionair en dus een beetje machteloos. Staatssecretaris Nijs (VVD) van Onderwijs vond donderdag het plan van het midden- en kleinbedrijf voor de verbetering van het beroepsonderwijs mooi, prachtig zelfs, maar ze had eigenlijk maar één vraag: „Houd het warm tot er een nieuwe staatssecretaris is.” En, sollicitatie: „Misschien ben ik dat zelf wel.”

L. Vogelaar
18 October 2002 08:52Gewijzigd op 13 November 2020 23:53

De voorstellen die MKB-Nederland, de brancheorganisatie van het midden- en kleinbedrijf, donderdag in haar hoofdkantoor lanceerde, zijn omgeven door frustratie. Narrig sprak voorzitter drs. H. de Boer over de praatcultuur en de institutionalisering in het onderwijs, waardoor daadkracht volgens hem te veel ontbreekt. Ondertussen kampen handwerksberoepen met een tweederangsimago, laat de aansluiting tussen beroepsonderwijs en arbeidsmarkt te wensen over en is het aantal voortijdige schoolverlaters in het beroepsonderwijs -vooral in de grote steden- veel te groot.

Het beroepsonderwijs kan momenteel niet voldoen aan de vraag naar geschoold personeel en dat remt de economische groei. De voortijdige uitval van leerlingen is volgens de MKB-voorzitter „een grote schande voor de samenleving”, die onvoldoende wordt aangepakt doordat de jeugdzorg over vijf ministeries versnipperd is. De samenwerking tussen het beroepsonderwijs en het midden- en kleinbedrijf moet ook veel beter, aldus het rapport ”Jong talent voor het mkb” dat De Boer gistermiddag overhandigde aan de staatssecretaris.

MKB-Nederland gaat de problemen aanpakken en wil dat de regering er straks, in het postdemissionaire tijdperk, een stevig handje aan meehelpt. De voortijdige uitval in vmbo en mbo ligt rond de 35 procent en loopt in de grote steden hier en daar zelfs op tot 50 procent. Het is een van de oorzaken van de toename van de criminaliteit en van de stagnerende integratie van minderheden.

Er moet een integraal arbeidsmarkt- en jeugdzorgbeleid komen om alle jongeren met een goede startmogelijkheid op de arbeidsmarkt te brengen, stelt de brancheorganisatie. Door invoering van een leerlinggebonden onderwijsnummer moet een sluitend vangnet voor uitvallers totstandgebracht worden.

De overheid moet de uitval in het vmbo ook bestrijden door invoering van leerwerktrajecten, waarbij de scholing gedeeltelijk of zelfs grotendeels op de werkplek plaatsheeft. MKB wil de komende vier jaar alvast 10.000 van dergelijke trajecten realiseren. „Ongelofelijk ambitieus”, vindt Nijs. „Het zou fantastisch zijn. Ik zal het opnemen in het overdrachtsdossier voor m’n opvolger.” En, opnieuw: „Misschien ben ik dat zelf wel.”

De theorie moet in het beroepsonderwijs niet te dominant zijn, want dan haken echte handwerkslui soms af, beaamt de bewindsvrouw het probleem. „Deze week heb ik in Eindhoven gezien hoe de praktijk de school ingehaald is door een klaslokaal in te richten als bedrijf. Ook leerwerktrajecten halen de praktijk naar voren.” Rotterdam wordt de regio waar MKB-Nederland ermee begint. Ook Amsterdam, Eindhoven, Zeeland en de drie noordelijke provincies doen mee.

Wat volgens MKB ook anders moet, is doorstroming naar hogere opleidingen. Aanbeveling van de werkgeversorganisatie: „Scholen voor vmbo en mbo moeten gezamenlijk verkorte turbotrajecten ontwikkelen richting het hbo.”

Het zit MKB-Nederland dwars dat mavo-scholen te soepele toelatingscriteria hanteren. Daardoor komen er kinderen in de theoretische leerweg terecht die er niet thuishoren.

Dat „mavo-lek” moet geëlimineerd worden, zegt De Boer strijdlustig. „Sluit prestatiecontracten met de mavo’s, waardoor de overheid hen erop kan aanspreken als te veel jongens en meisjes de school zonder diploma verlaten. Het mavo-lek veroorzaakt onnodige uitval van leerlingen en staat de ontwikkeling van het vmbo in de weg. De mavo’s moeten alleen leerlingen toelaten die aan strenge eisen voldoen en alle twijfelgevallen doorverwijzen naar het beroepsonderwijs.” Volgende uitsmijter: „De cito-toets discrimineert het vmbo en moet worden vervangen.”

Het beroepsonderwijs moet haar negatieve imago kwijt, is de boodschap van het rapport. „Het beroepsonderwijs is de betonnen vloer onder onze economie.” MKB vindt dat er een onafhankelijke vmbo-raad moet komen, die zich profileert als aanspreekpunt en belangenbehartiger namens de scholen.

Ook bij de toekomstige werkgevers moet het imago van het beroepsonderwijs verbeterd worden. Diploma’s moeten herkenbaar blijven, scholen zouden meer zicht moeten hebben op de vraag van het bedrijfsleven en het draagvlak bij bedrijven voor de nieuwe examensysteem in het mbo moet sterk verbeterd worden om te voorkomen dat branches hun eigen diploma’s gaan ontwikkelen. Ook het vervagen van het verschil tussen het hoger beroeps- en het wetenschappelijk onderwijs knaagt aan het vertrouwen van het bedrijfsleven in het beroepsonderwijs.

De Boer geeft ook de media ervan langs. „Elk jaar openen universiteiten hun academisch jaar, compleet met flodderjurken en van die petten op. Dat krijgt volop aandacht. Maar het hoger beroepsonderwijs opent het jaar ook. Daarover lees ik weinig. En het middelbaar beroepsonderwijs ook. Daarover lees ik niets. Er is iets mis in Nederland. Wij geven aandacht aan het elitarisme. Dat is echt verkeerd. Dat moet anders.”

De MKB-voorzitter heeft nog meer op zijn lever: „De vergrijzing van het lerarenkorps, vooral in het vmbo, is werkelijk een tikkende tijdbom. Ontdoe het vak van alle CAO-rigiditeiten en geef de leraar zijn oude imago van leermeester terug.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer