Dat heeft advocaat mr. M. van Eik bekendgemaakt. Zij kwam dinsdag in actie toen Fardin onverwachts een week eerder dan gepland naar zijn land dreigde te worden teruggestuurd. De Afghaan valt onder de zogenaamde 1F-regeling (vermeende oorlogsmisdaden). Doordat hij in Nederland christen is geworden zou hij bij terugkeer naar Afghanistan gevaar lopen. De rechtbank in Assen heeft zijn zaak op dit punt nog in behandeling en doet daarover naar verwachting op korte termijn uitspraak.De maatregel van het Europees Hof geeft volgens Van Eik aan dat er rekening mee wordt gehouden dat Fardin bij terugkeer het risico loopt te maken te krijgen met schending van artikel 2 en 3 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Deze artikelen stellen onder meer dat „het recht van ieder op leven wordt beschermd door de wet” en dat „niemand mag worden onderworpen aan folteringen of aan onmenselijke of vernederende behandelingen of bestraffingen.”

Van Eik wilde verder niet reageren op de vervroegde uitzetting van haar cliënt die dinsdag ineens dreigde. Het was de tweede keerde dat Fardin onverwachts vanuit het detentiecentrum Rotterdam naar Schiphol werd overgebracht met de mededeling dat hij zou worden uitgezet, terwijl dit uiteindelijk niet doorging. Op 14 maart gebeurde hetzelfde. In de beantwoording van Kamervragen van CU en SP daarover liet staatssecretaris Albayrak op 24 april weten „dat al het mogelijke zal worden gedaan om dergelijke incidenten in de toekomst te voorkomen.”

Het verzoek van Fardin om de uitspraak in zijn zaak die momenteel nog loopt in Nederland te mogen afwachten, is afgewezen. Volgens CU-Kamerlid Anker zou dit echter geen directe gevolgen voor hem hebben, omdat de uitspraak voor 13 mei, de eerder aangekondigde datum van uitzetting, werd verwacht. Hij noemt het „wonderlijk” dat de Dienst Terugkeer & Vertrek van het ministerie van Justitie later bepaalde dat de uitzetting een week zou worden vervroegd omdat er dinsdag ineens een plek in een vliegtuig vrijkwam.

Een woordvoerder van het ministerie van Justitie kon deze gang van zaken niet bevestigen. „Wij gaan niet in op individuele zaken.”