Verburg zei dit weekeinde in het radioprogramma TROS Kamerbreed dat de poortcontrole bij het slachthuis al vrijdag 4 april waren aangevangen, daags nadat zij tot het extra toezicht had besloten.„Vrijdags stonden de controleurs er al. Ja, er zijn wel wat dingen aangetroffen. Maar wat vooral opviel was dat de aanvoer sterk verminderde”, aldus Verburg.

Volgens haar was dat niet alleen te wijten aan de mededeling die zij op zondag 6 april deed over de controles. „Er zullen best transporteurs zijn die hun collega’s bellen als er medewerkers van de Algemene Inspectiedienst (AID) staan. Dat gaat dan ergens anders heen, denk ik dan. Maar als je alles volgens de regels doet, moet het niet uitmaken als de AID voor de deur staat.”

De AID meldde woensdag dat er tijdens de strikte controles geen misstanden zijn aangetroffen. Het permanente toezicht bij deze slachterij is inmiddels opgeheven, omdat er behalve kalveren nauwelijks vee wordt aangevoerd. De controles in Leeuwarden vloeiden voort uit de discussie over het toezicht van de Voedsel en Waren Autoriteit (VWA) op dierenwelzijn tijdens diertransporten en in slachterijen.

Volgens de minister is er overigens niets mis mee dat de VWA een kantoortje heeft in het bewuste slachthuis. „Om iedere schijn te vermijden”, wordt wel gewerkt aan een rooster dat ervoor zorgt dat de VWA-dierenartsen langs de slachterijen gaan rouleren.

Deze maatregel is een van de aanbevelingen van oud-informateur Rein Jan Hoekstra, die kort onderzoek deed bij de VWA. Zijn onderzoek krijgt nog een vervolg, want ook een groep Belgische deskundigen neemt de dienst onder de loep. Hun bevindingen worden voor de zomer verwacht.