Diepgang van een bierviltje
Moe en eenzaam. Typering van de jongeren van vandaag. Voor leraren een grootse taak: perspectief bieden, identificatiefiguur durven zijn, duiders van de werkelijkheid in een doldraaiende wereld.
Directeur drs. E. J. van Dijk van de Evangelische Hogeschool schetste de hedendaagse jongerencultuur en de opdracht voor docenten gisteren tijdens een symposium over de doorwerking van de christelijke identiteit in de vakken van het voortgezet onderwijs. Het Veenendaalse Ichthus College sloot daarmee een cursusreeks af die de docenten van de school rond dit thema volgden aan de Christelijke Hogeschool Ede.Jongeren anno 2008 lijken volgens Van Dijk op het middeleeuwse kind, dat al jong alle ongerechtigheden wist en meemaakte. „Het kind van nu begint vervolgens vragen te stellen aan Google; dat is wel een verschil met de middeleeuwen.” Kinderen van nu zijn volgens Van Dijk vroeg mondig, maar laat volwassen.
In de huidige belevingscultuur domineert ervaring boven het gesproken woord. „Niet goede argumenten, maar een goed gevoel is overtuigend. Gelukkig is de verschraling van de ratio voorbij, maar we lijken nu door te schieten naar oppervlakkige emotie. Jongeren vluchten in genot om even uitgetild te worden boven de sleur. De laatmoderne mens zoekt zekerheid of vlucht in verdoving om van de onzekerheid verlost te worden. Het gebrek aan intimiteit wordt kunstmatig opgevuld.”
Hedendaagse jongeren vormen „de generatie van het grote verleuken. Het wereldnieuws laat hen niet koud, maar ze zijn wars van zuilen en partijen. We leven in de ik-vindcultuur, waarin Nederland de onderbuik op internet heeft ingeplugd”, stelde Van Dijk.
Jongeren brengen meer tijd achter de computer door dan op school. „Ze willen niets missen, maar door de overmaat aan prikkels is er geen tijd voor diepgang. Er is voortdurend communicatie, maar met de diepgang van een bierviltje. Het informatiebombardement leidt tot apathie, tot een consumptieve houding, tot instantbevrediging: alles moet vanzelf en direct opgelost worden. Veel volwassenen bieden geen overzicht, maar alleen technische middelen waarmee jongeren zich een weg kunnen zoeken.”
Onder de jongeren kijkt 80 procent wel eens en 50 procent regelmatig naar porno. Ook 40 procent van de reformatorische jongeren doet dat regelmatig, zei Van Dijk. „De moderne fixatie op seksualiteit is een symptoom van de afbraak van de intimiteit. De invloed van de verseksualiseerde samenleving is groter naarmate er in gezin en kerk minder over seksualiteit gesproken wordt.”
Weerbaar
Jongeren scannen informatie heel snel, maar moeten daardoor leren studeren en leren met hun tijd om te gaan. Een school moet perspectief bieden, zei de EH-directeur. „Jongeren worden te veel de woestijn ingeduwd; ze kúnnen niet de architect van hun eigen leven zijn. Weerbare christenen moeten visie en overtuiging overdragen waarmee jongeren de confrontatie met de wereld kunnen aangaan.”
Christelijke scholen moeten jongeren een zin- en richtinggevende Bijbelse wereldbeschouwing meegeven, zei CHE-docent drs. R. J. A. Doornenbal. Dat moet per vak en vakoverstijgend worden uitgewerkt.
Doornenbal schetste de situatie in Japan, waar universele waarden volgens hem ontbreken. Daardoor is er veel nihilisme onder jongeren. De grote invloed die de virtuele wereld daardoor heeft, leidde ertoe dat een elfjarig meisje haar vriendin doodde, in de veronderstelling dat ze meer dan één leven had, net als in computerspelen. Dat is typerend voor jongeren met een bedorven mens- en wereldbeeld, zo stelde Doornenbal.