„De tijd van tolereren is voorbij”
„Grondrechten worden in Nederland steeds meer gezien als individuele rechten. Niet als rechten waar een religieuze minderheid zich op kan beroepen. In die zin gaat ons land meer en meer lijken op andere Europese landen en de VS.”
Prof. dr. James C. Kennedy, hoogleraar Nederlandse geschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam, verbaast zich niet over de uitspraak van de Commissie Gelijke Behandeling dat trouwambtenaren ook homohuwelijken moeten sluiten. Kennedy, afkomstig uit de VS, verbaast zich als Amerikaans staatsburger wel over iets anders, „namelijk dat er in Nederland zo lang ruimte is geweest voor religieuze minderheden. In de VS is zoiets onmogelijk. Net zo goed als het daar onmogelijk is dat een partij als de SGP overheidssubsidie krijgt, ook al strijdt haar vrouwenstandpunt met de wet.”Nederland gaat meer en meer op de VS en op andere Europese landen lijken, constateert Kennedy. „Het homohuwelijk is al enkele jaren wettelijk toegestaan, maar we zaten nog in een overgangssituatie waarin we tolereerden dat gewetensbezwaarde trouwambtenaren geen homohuwelijken hoefden te sluiten. Die tijd is voorbij. Er zullen best orthodox-christelijke gemeenten blijven die het op hun eigen manier regelen, zodat een gewetensbezwaarde trouwambtenaar toch in functie kan blijven, maar formeel heeft niemand meer het recht zich te beroepen op zijn religieuze overtuiging in deze kwestie.”
Tegelijk nuanceert Kennedy de status van de commissie. „Haar mening is geen wet van Meden en Perzen. Je merkt wel dat de commissie zich laat leiden door wat algemeen gangbaar is in Nederland. De commissie heeft tot nu toe altijd een uitzondering voor gewetensbezwaarden gemaakt, maar zoiets is geen vast beginsel. Je kon zien aankomen dat de commissie een keer overstag zou gaan. Deze gang van zaken is typisch Nederlands. Zodra iets in dit land door een grote meerderheid wordt gedragen, dan wordt het bestuurspraktijk. Daar zit de gedachte van de ”zich ontwikkelende samenleving” achter.”
De commissie had ook kunnen vasthouden aan de eeuwenlange traditie in ons land om rekening te houden met minderheden.
„Achter die tolerantie heeft altijd een zeker pragmatisme gezeten. Als je de geschiedenis van Nederland bekijkt, zie je dat er niet altijd evenveel rekening werd gehouden met minderheden. Zodra de meerderheid in dit land denkt dat de openbare orde in gevaar komt, neemt de bereidheid om tolerant te zijn af. In deze tijd van onzekerheid, mede veroorzaakt door de islam, willen burgers dat de regels worden gehandhaafd. Op dat moment verdwijnt de tolerantie voor groepen waar ze toch al weinig mee hebben, in dit geval orthodoxe christenen, naar de achtergrond.”
SGP-Kamerlid Van der Staaij vindt dat de Commissie Gelijke Behandeling steeds meer optreedt als rechter.
„Daar heeft hij gelijk in, maar dat heeft te maken met de ver doorgevoerde juridisering van de Nederlandse samenleving. In zo’n klimaat is er behoefte aan instanties die als arbiter optreden bij botsende grondrechten. Dat kunnen rechtbanken zijn, maar ook commissies zoals de CGB. Je ziet dat de CGB zich die rol ook steeds meer toe-eigent.”
Krijgt de homolobbyclub COC te veel invloed op de commissie?
„Ik sluit het niet uit. Zo is het ook bekend dat de NVVE veel invloed heeft gehad op de totstandkoming van de euthanasiewet.”
Is deze uitspraak van de CGB een streep door de godsdienstvrijheid in Nederland?
„Nederlanders hebben altijd in bijzondere mate godsdienstvrijheid genoten. Dat heeft onder andere te maken met het idee van Nederland als ”land van minderheden”. Christenen hebben in dit land altijd een derde van de stemmen en die groep is te groot om te negeren. Tegelijk zie je dat de godsdienstvrijheid wordt teruggebracht naar de marge, zoals in andere landen. In dit opzicht gaat het eigene van Nederland steeds meer verloren. Het wordt voor christenen, maar ook voor moslims, moeilijker in Nederland. Zo lang ze zich bezigheden met algemeen geaccepteerde zaken als vrijwilligerswerk is er niets aan de hand, maar zodra ze over hun religieuze voorschriften beginnen, komt er weerstand.”
Is er een oplossing voor het probleem van de gewetensbezwaarde trouwambtenaar?
„Natuurlijk, het Amerikaanse model. Laat predikanten, priesters, rabbi’s en imams binnen hun geloofsgemeenschap zowel het burgerlijk als het kerkelijk huwelijk sluiten. Ik vond het destijds helemaal niet fijn dat ik in Nederland eerst naar het stadhuis moest om te trouwen. Zoiets is onnodige overheidsdwang.”