„Verkilling samenleving biedt kansen”
Al maanden was zijn vertrek bekend, volgende week draagt hij het stokje definitief over aan zijn opvolgers. Scheidend directeur J. van Veelen van gehandicaptenvereniging dit Koningskind: „Dat mensen hun hele leven contactpersoon zijn, zie je nauwelijks meer.”
De vereniging van gereformeerde mensen met een handicap, hun ouders en vrienden, zoals dit Koningskind officieel heet, dateert van 1973. Van Veelen, inmiddels benoemd tot directeur van de VBOK, trad aan in 2000. „Dit Koningskind deed toen heel veel goede dingen, met goede medewerkers. We hielden ons bezig met vrijwel alle thema’s die te maken hebben met een handicap. Wel begonnen we gaandeweg de minpunten van die werkwijze in te zien. Niet alleen verstandelijke handicaps hadden onze aandacht, ook lichamelijke en zintuiglijke. Daarin moesten we ons verdiepen, evenals in de bijbehorende wetgeving. Daarbij wilden we psychosociale hulpverlening bieden. Dat konden we niet allemaal behappen.”Onder leiding van Van Veelen besloot dit Koningskind zich vooral te richten op vraagstukken op het snijvlak van geloof en handicap. „Voor moeilijkheden rond neutrale, technische thema’s gingen we doorverwijzen naar organisaties als MEE.” De leden steunden het aanscherpen van de missie, zo bleek uit onderzoek. „Zij vonden ons niet goed in het beantwoorden van vragen over wetten en regels, wel in vragen die met de identiteit te maken hadden.”
De nieuwe koers sloot aan bij een behoefte, blikt Van Veelen terug. „Vooral gelet op de vragen die er bij gehandicapten leven over het doel van hun beperking. Of over de manier waarop hun handicap een plek kan krijgen in de relatie met een liefdevolle, hemelse Vader.”
Hoe blikt Veelen terug op acht jaar dit Koningskind? Niet zonder trots somt de scheidend directeur de cursussen op die de vereniging inmiddels aanbiedt: ”Sociale netwerken in de kerk”, ”Seksuele opvoeding aan ouders van kinderen met een beperking” en ”Als ik er niet meer ben”. Ze gaan allemaal over handicap en identiteit, zegt Van Veelen. „Maar”, onderstreept hij, „het is allemaal het resultaat geweest van een gezamenlijke inspanning.”
Op een afscheidssymposium dat dit Koningskind volgende week houdt, staat de toekomst van vrijwilligersorganisaties centraal. Van Veelen: „Dat de samenleving individualiseert, baart zorgen. Dat mensen hun hele leven contactpersoon zijn, zie je nauwelijks meer. Tegelijkertijd bespeur ik, juist bij jonge mensen, de wens zich aan de verkilling te onttrekken door vrijwilliger te worden. Kansen liggen er dus wel, al hoop ik dat het de vrijwilligers vooral gaat om het navolgen van Christus. Hij heeft ons geleerd wat betrokkenheid is.”
De medewerkers Erik Valk en Hermien de Wit vormen de komende maanden het interim-management van dit Koningskind. Intussen kan het bestuur zich op de structuur van de organisatie bezinnen. In een later stadium wordt duidelijk wie Van Veelens opvolger is.