Sociaal beleid gemeenten verbeterd
Gemeenten voeren een ruimhartiger sociaal beleid dan twee jaar geleden. Maar nog steeds moeten mensen vaak lang op een bijstandsuitkering wachten. Ook laten veel gemeenten mensen langer werken voor alleen een uitkering dan het maximum van zes maanden dat in de Raad voor werk en Inkomen is afgesproken.
Dat staat is de tweejaarlijkse Landelijke Monitor Werk en Inkomen die de vakcentrale FNV dinsdag in Den Haag heeft gepresenteerd. De gemiddelde uitgaven per huishouden dat op het minimum zit, zijn met ruim 20 procent gestegen tot 624 euro. Gemeenten spannen zich ook meer in om de ondersteuning terecht te laten komen bij mensen die er recht op hebben. Zo schrijft de meerderheid van de gemeenten mensen aan die waarschijnlijk in aanmerking komen voor een langdurigheidstoeslag.Maar kritiek heeft de vakcentrale ook. Mensen die bijstand aanvragen, moeten in een derde van de gemeenten langer dan vier weken wachten op een beslissing. Een derde van de gemeenten geeft niet standaard een voorschot wanneer de termijn van vier weken is verstreken en wijst ook niet standaard op de mogelijkheden van een voorschot.
Sinds de gemeenten in 2004 verantwoordelijk zijn geworden voor de bijstand, zijn zij op grote schaal „workfirstprojecten" gaan invoeren. Bijstandsgerechtigden zijn dan verplicht werkzaamheden uit te voeren, al dan niet in combinatie met scholing. Volgens de FNV is de afspraak dat mensen hoogstens zes maanden met behoud van uitkering aan het werk worden gezet. Maar het gemiddelde is negen maanden. Uitschieter is 48 maanden (Breda).
Wanneer er concrete verdenking van fraude bestaat, mag een gemeente zonder toestemming vooraf op huisbezoek komen om te controleren of iemand terecht een uitkering krijgt. Maar tegen de regels in, vragen diverse gemeenten ook geen toestemming voor huisbezoeken bij nieuwe aanvragers. Slechts een minderheid van de gemeenten geeft voorlichting over de rechten en plichten van uitkeringsgerechtigden in het geval van een huisbezoek.
Aan deze monitor hebben dit jaar 215 vooral grotere gemeenten meegedaan. In deze gemeenten wonen in totaal 10,2 miljoen mensen. Eindhoven kwam uit de bus als de gemeente met het meest sociale beleid. Oosterhout en Alkmaar staan op een gedeelde tweede plaats.