Zoektocht naar een hogere weg
Homobelangenorganisatie RefoAnders wil de openheid over homoseksualiteit in de gereformeerde gezindte bevorderen. Herman van Wijngaarden, HGJB-medewerker en homofiel, ds. W. Silfhout, predikant van de gereformeerde gemeente in Capelle aan den IJssel, en dr. R. Seldenrijk, auteur van het boek ”Als je je anders voelt”, geven hun reactie op een aantal stellingen uit het donderdag gepubliceerde visiedocument van RefoAnders.
RefoAnders vindt dat het hebben van homogevoelens niet als een persoonlijke morele schuld ervaren behoeft te worden.Van Wijngaarden: „Ik ben het met deze stelling eens, al vind ik het jammer dat RefoAnders hiermee begint. De stelling is wat gefocust op het negatieve. Dat gevoel bekruipt me bij de hele visie wel een beetje. Ik begrijp dat wel, want terecht benadrukt RefoAnders dat mensen met homofiele gevoelens uit de schaduw mogen komen. Maar hoe geven we ze nu een plaats in het licht? Over die vraag zouden we wat meer moeten nadenken. Over het algemeen vind ik het visiedocument helder en genuanceerd.”
Ds. Silfhout: „Voor alles vraag ik me af of het gevaar niet groot is dat door de toenemende openheid ook in de reformatorische wereld uiteindelijk de weg stap voor stap wordt gebaand naar acceptatie van de homoseksuele praxis. Homofilie als een collectieve schuld door de zondeval? Zeker. Maar daarbij past de aantekening dat er wel degelijk sprake is van schuld als iemand aan homofiele gevoelens toegeeft en die in praktijk gaat brengen. We kunnen niet alles bedekken onder verwijzing naar de gebrokenheid van de schepping. Dan zouden we ons gemakkelijk kunnen verontschuldigen voor bepaalde tekortkomingen.”
Seldenrijk: „Het is een goede zaak dat RefoAnders homoseksualiteit plaatst in het kader van seksualiteit in het algemeen en de gebrokenheid van de schepping door de zondeval. Er is inderdaad sprake van een collectieve schuld.”
RefoAnders vindt dat er te eenzijdig wordt gefocust op de zonden op het terrein van de homoseksualiteit.
Van Wijngaarden: „Ik ben het hier helemaal mee eens.”
Ds. Silfhout: „Een belangrijke oorzaak van de huidige afkeer van homoseksualiteit wordt vaak verzwegen. Dat is de wijze waarop de homowereld zich vandaag aan de dag meent te moeten manifesteren en de homoseksuele praxis bijna opdringt aan de omgeving. Uiteraard zijn er zonden die veel gemakkelijker te laten zouden zijn, maar dat neemt niet weg dat zonde zonde blijft.”
Seldenrijk: „Ik deel de stelling, al wil ik er nadrukkelijk bij stellen dat we niet moeten vergeten dat Paulus erop wijst dat de zonden die in het lichaam geschieden van een andere orde zijn dan de zonden die buiten het lichaam plaatshebben. Het kwaad van seksuele zonden moeten we wel voor ogen blijven houden.”
RefoAnders kan zich weliswaar inleven in de motieven die leiden tot de keuze voor een homoseksuele relatie, maar wijst op een hogere weg en onderschrijft de Bijbelse bezwaren tegen homoseksuele relaties.
Van Wijngaarden: „Dit is een spannende stelling die natuurlijk de nodige vragen oproept. Betekent dit bijvoorbeeld dat een homoseksuele relatie in liefde en trouw toch min of meer wordt gedoogd? Ik vind het goed dat het er zo staat. Bij die hogere weg is voor mij belangrijk dat iemand zijn homofiele gerichtheid een plek geeft in zijn geloof en dat hij andersom dat geloof vormend laat zijn voor zijn homofiele identiteit. De christelijke gemeente zou moeten nadenken over de vraag hoe homofielen hun gerichtheid ook positief kunnen beleven. Het is goed dat in de uitwerking van de bezwaren tegen homoseksuele relaties de bekende Bijbelteksten niet worden genoemd. Waarschijnlijk is bewust gefocust op de grote lijn van de Schrift dat de man-vrouwrelatie de natuurlijke scheppingsorde is. Die benadering komt het pastorale gesprek ten goede.”
Ds. Silfhout: „Zou hier ook niet moeten worden gewezen op de strijd die een christen te strijden heeft? Het gaat niet om een keus voor het minst kwade, maar om een keus voor het goede. Als we door genade mogen weten van een herstelde relatie met God, sluit dat het aangaan van een homoseksuele relatie uit. Dat mag de stichting wel wat meer benadrukken. RefoAnders vraagt aan hetero’s of zij de geborgenheid in Christus als vervanging voor hun huwelijk kunnen zien. Maar dan creëer je een valse tegenstelling, die bovendien een homoseksuele relatie en het huwelijk ten onrechte als gelijke eenheden beschouwt. De Heere vraagt ons echter niet ons huwelijk op te geven ter wille van Hem, maar of we God lief hebben boven alles. Dat sluit de liefde tot onze man of vrouw niet uit.”
Seldenrijk: „Deze stelling blijft wat vaag. De hogere weg waar RefoAnders naar verwijst, wordt te weinig concreet gemaakt. Ik ben benieuwd hoe RefoAnders deze weg vorm gaat geven. Laat ze dat ook doen in nauw overleg met een organisatie zoals Different. RefoAnders zou daarnaast krachtiger afstand moeten nemen van een homoseksuele relatie in liefde en trouw. Ik begrijp dat mensen allergisch kunnen zijn voor de altijd snel aangedragen zes Bijbelteksten die de homoseksuele praxis veroordelen, zoals Genesis 19, Leviticus 18 en Romeinen 1. Maar ze helemaal niet noemen, gaat mijns inziens ook wat ver. Ik zie niet het voordeel in om deze teksten achterwege te laten, maar wel het gevaar dat bij het niet noemen van die teksten standpunten kunnen gaan schuiven.”
RefoAnders erkent de waarde van liefdevolle vriendschappen.
Van Wijngaarden: „Hier heb ik een uitroepteken bij gezet. Ik ben er erg blij mee. Dit gaat verder dan homo’s alleen maar uit de schaduw te laten komen, maar hun wordt ook een weg in het licht gewezen. Wel is de stelling erg kort; ik hoop dat RefoAnders hierover later nog meer gaat schrijven.”
Ds. Silfhout: „We kunnen geen bezwaar maken tegen liefdevolle vriendschappen tussen mensen, waarbij de begeerte naar seksuele gemeenschap niet aanwezig is. Ik zou daarbij wel de vraag willen stellen hoe men die begeerte denkt te kunnen beheersen.”
Seldenrijk: „Over de stelling zou een boek te schrijven zijn. Ik vind dit statement wel erg snel gemaakt en zou het zelf niet direct zo benoemen in een pastoraal gesprek met iemand die worstelt met zijn homofiele gevoelens. Niemand kan zonder liefde door het leven, maar iemand die een wirwar van gedachten heeft over zijn seksuele gerichtheid moet eerst helder hebben waardoor die gevoelens worden veroorzaakt. Goede vriendschappen, met name met heteroseksuele vrienden of vriendinnen, kunnen zeker helend werken.”
RefoAnders staat sceptisch tegenover verandertherapieën en roept op tot pastorale begeleiding.
Van Wijngaarden: „Heel goed. Ik ben er zelf ook sceptisch over. Het mensen steeds voorhouden dat hun gevoelens veranderd kunnen worden, heeft al veel brokken opgeleverd. Ik vind het mooi dat RefoAnders oproept tot pastorale begeleiding. Wel worden daarbij af en toe nogal grote woorden gebruikt.„Het door genade te mogen leven in een warme relatie met God” is natuurlijk waar, maar ik kan me voorstellen dat sommige homo’s zullen zeggen: Dat klinkt prachtig, maar wat merk ik daarvan? Laat het visiedocument van RefoAnders een aanzet zijn om door te gaan, homofielen daadwerkelijk meer ruimte te geven en zo een belangrijke stap verder te zetten.”
Ds. Silfhout: „Nu nog steeds wetenschappelijk niet vaststaat of homofiele gevoelens zijn aangeboren of aangeleerd, vind ik het scepticisme tegenover verandertherapieën niet op zijn plaats. Het blijkt wel degelijk mogelijk dat mensen tot verandering komen. Pastorale begeleiding is zeker nodig. Mensen mogen we niet veroordelen, maar wel de zonde. Dat kan dus ook consequenties hebben in de vorm van een ambtelijke vermaning of de toepassing van de kerkelijke tucht als iemand te ver gaat.”
Seldenrijk: „De therapieën waar RefoAnders afstand van neemt, worden in Nederland nauwelijks aangeboden. Ook niet door Different. Wie dat zegt, maakt een karikatuur. Ik pleit ervoor rekening te blijven houden met de mogelijkheid van een verandering van homofiele gevoelens. We moeten oog hebben voor een collectieve schuld door de zondeval, maar laten we de collectieve hoop niet opgeven. Wie die opgeeft, verwacht te weinig van Gods helende kracht. Ik deel de oproep van RefoAnders tot pastorale begeleiding. Wat dat betreft kunnen we in onze kring nog heel wat verbeteren. Er is veel meer empathie nodig voor onze homofiele medeleden.”