„Geef steun aan homofiele medemens”
Mensen met homofiele gevoelens niet veroordelend tegemoet treden, maar hun leren naar Gods wil te leven. Dat stelt RefoAnders in een naar buiten gebracht visiedocument. Prof. dr. J. Hoek werkte daaraan mee en neemt zitting in het bestuur. „Homofilie moet uit de taboesfeer.”
Er ontbreekt nog veel aan pastorale zorg voor homofielen, stelt de hoogleraar theologie in Leuven en Kampen. „Ik heb bepaald geen opwekkend beeld van de openheid over homofilie in de christelijke gemeente. RefoAnders wil daar een positieve bijdrage aan leveren. Om die reden voel ik me aangesproken om mee te denken.”RefoAnders wil de openheid over homoseksualiteit bevorderen. Wat verstaat u daaronder?
„Er moet een klimaat ontstaan waarin mensen zich veilig voelen om voor hun homofiele gerichtheid uit te komen. Het moet niet zo zijn dat ze direct worden afgeschreven. Er mag meer begrip komen voor homofielen. Ze hebben niet zelf voor hun gerichtheid gekozen.”
Tot hoever moet zich de openheid strekken?
„Homofilie moet niet in de taboesfeer blijven. De christelijke gemeente doet altijd voorbede voor ingrijpende noden in het leven van mensen. Het zou goed zijn als ook homofielen in de voorbede een plek krijgen. Iemand die bijvoorbeeld last heeft van depressieve gevoelens wordt vaak opgevangen door anderen uit de gemeente. Waarom zou dat ook zo niet voor mensen met een homofiele gerichtheid kunnen gelden?”
RefoAnders organiseert huiskamerbijeenkomsten. Moet er zo’n open klimaat zijn dat een jongen op een reformatorische school kan vertellen dat hij daarheen gaat?
„In principe wel. Ook op reformatorische scholen moet een jongere aan zijn klasgenoten kunnen vertellen dat hij een homofiele gerichtheid heeft.”
Voor minister Plasterk is homoseksualiteit een kwestie van ”gewoon doen”. Is het voor RefoAnders een kwestie van ”gewoon zijn”?
„Dat gaat mij iets te ver. Het moet duidelijk zijn dat homofiele gerichtheid een symptoom is van de gebrokenheid van de schepping door de zondeval. We gaan het verzachten wanneer we doen alsof er niets aan de hand is: de een heeft blauwe ogen en de ander heeft homofiele gevoelens. Homofilie is geen gewone variatie op de door God gegeven scheppingsorde en mag worden ervaren als een kruis dat God iemand oplegt. Aan de andere kant is het van belang dat we onderscheid blijven maken tussen homoseksuele praktijken en homofiele gevoelens. Onze homofiele medemens heeft alle steun en begrip nodig. Daarom staan we ook sceptisch tegenover verandertherapieën.”
Dr. R. Seldenrijk bepleit in een boek over homoseksualiteit juist het streven naar verandering van de gerichtheid.
„Ik begrijp zijn gedachte. Zelf ben ik door de jaren heen gaan spreken over gerichtheid in plaats van geaardheid, omdat de discussie anders muurvast komt te zitten. Een verandering van de gerichtheid blijft echter een uitzondering. Als we de nadruk op een mogelijke verandering leggen, versterken we schuldgevoelens als die verandering achterwege blijft.”
Is het goed om homofilie als een uitzondering te zien?
„Niet in de zin alsof het nooit voorkomt, maar wel als iets wat een gevolg is van de zondeval.”
RefoAnders wijst een homoseksuele relatie af. Wel staat in het visiedocument dat een relatie van liefde en trouw in elk geval beter is dan vluchtige seksuele contacten. Zet u daar de deur niet op een kier?
„Nee. Voor God is in de rechtvaardiging geen verschil tussen wat wij een kleine of grote zonde noemen. Dat ligt in de levensheiliging anders. Daarin maken we wél onderscheid tussen verschillende zonden, hoewel ze allemaal zonden blijven. Als we dat verschil niet maken, zou een hetero met overspelige gedachten die óók in de praktijk kunnen brengen. Daarbij komt dat het bezoeken van homobars niets met liefde van doen heeft, maar met bevrediging van driften. Bij een relatie van liefde en trouw is dat weliswaar anders, maar waar mensen van hetzelfde geslacht elkaar liefhebben, blijft dat een ongeordende liefde.”
RefoAnders erkent de waarde van liefdevolle vriendschappen. Dat biedt ruimte voor twee homofielen om in één huis te wonen?
„Nee. Dan maak je de strijd alleen maar moeilijker. Homofielen moeten zich niet focussen op één exclusieve vriendschap. Wel zou de christelijke gemeente het wat meer mogen erkennen dat twee mensen met dezelfde gevoelens veel voor elkaar kunnen betekenen.”
Moet dan de discussie gaan over de vraag hoe ver iemand mag gaan of hoe iemand zo dicht mogelijk bij Gods gebod blijft?
„Wie afvraagt hoever hij kan gaan, is bezig vanuit een wettische benadering aan een bepaalde regel te voldoen. In de christelijke ethiek moet de grondhouding zijn een verbondenheid met de Heere en de weg die Hij ons aanwijst.”
RefoAnders verdient op een Wegwijsbeurs een plaats tussen alle andere kraampjes?
„Dat hangt ervan af in welk gezelschap we ons daar zouden bevinden. Als we tussen kraampjes van hospices of instellingen als de VBOK zouden mogen staan, dan moet dat kunnen.”