Opknapbeurt voor tientallen viaducten en bruggen
Van de 1180 betonnen viaducten en bruggen op Nederlandse snelwegen moeten er twintig tot veertig binnen vijf jaar worden aangepakt. Voor nog eens honderd tot 120 zijn binnen tien jaar maatregelen nodig.
Van de bijna driehonderd stalen bruggen moeten tien exemplaren binnen vijf jaar aangepakt worden. Binnen tien jaar zijn onder meer de Brienenoordbrug en Calandbrug bij Rotterdam aan de beurt.Dit heeft minister Camiel Eurlings woensdag de Tweede Kamer laten weten. Hij komt rond de zomer met maatregelen voor de stalen bruggen. De aanpak van betonnen bruggen volgt. De veiligheid van de bruggen en viaducten is niet in het geding, schrijft hij.
De kosten van de opknapbeurt lopen flink in de papieren. Voor alleen de tien stalen bruggen schat de minister die op maximaal 500 miljoen euro. Als één of meer bruggen moeten worden vervangen, vallen de kosten echter „aanzienlijk hoger" uit.
Rijkswaterstaat heeft onderzocht hoe lang deze objecten, die voor 1975 zijn gebouwd, nog meekunnen. Vorig jaar kwam aan het licht dat dat minder was dan verwacht. De eerste resultaten van dat onderzoek zijn nu binnen.
Rijkswaterstaat wil de noodzakelijke werkzaamheden combineren met reeds geplande werkzaamheden. Eurlings gaat daarover praten met brancheorganisaties en gemeenten.
Vorig jaar klaagde de transportbranche steen en been over de opknapbeurt voor de Hollandse Brug op de drukke A6 tussen Almere en Amsterdam. De brug, die leed onder slijtage, ging dicht voor alle vrachtverkeer. Half april kunnen na een jaar de eerste vrachtwagens er weer overheen.
De tien stalen bruggen die moeten worden versterkt of vervangen, zijn: Scharbergbrug (A2, Elsloo), Galecopperbrug (A12, Utrecht), en de bruggen bij Beek (A2 Geleen), Muiden (A1), Ewijk (A50), Kreekrakbrug (A58), Gideonbrug (A7), Scharsterrijnbrug (A6), Ketelburg (A6) en Kruiswaterbrug (A7).
Binnen tien jaar moeten ook de Brienenoordbrug (A16), Suurhoffbruggen (A15), Wantybrug (N3) en Calandbrug (A15) worden aangepakt.