Effecten Fitna vallen, vooralsnog, mee
PVV-fractieleider Wilders heeft zich nooit laten kennen als een genuanceerd politicus. Ook zijn film is eenzijdig. Maar doordat hij zich in Fitna hoedt voor schimp en smaad, blijft de zo gevreesde maatschappelijke onrust uit. Althans, vooralsnog.
Al sinds hij politiek actief is, gebruikt Wilders stevige taal. Na zijn vertrek bij de VVD in 2004 werden zijn uitlatingen steeds radicaler. „De politieke islam is achterlijker dan achterlijk”, zei hij in 2004. Drie jaar later stelde hij in een Kamerdebat dat de islam een „ideologie is van haat en geweld.” De Koran noemde hij „een fascistisch boek, de islamitische Mein Kampf.” Over hoofddoekjes liet hij optekenen: „Laat ze maar wapperen op het Malieveld. Ik lust ze rauw.”Met zijn harde stellingname joeg Wilders moslims in binnen- en buitenland tegen zich in het harnas. Honderden doodsbedreigingen per kwartaal en permanente persoonsbeveiliging werden zijn deel. Desondanks verklaarde hij niet bereid te zijn om zijn toon te matigen. „De geest is uit de fles en daar krijgt niemand hem meer in”, zei hij in augustus vorig jaar. „Dat lukt niet met een rechterlijke uitspraak of een politiek debat. En ook niet met een kogel.”
De afgelopen maanden maakten velen zich zorgen over de anti-Koranfilm die Wilders aan het maken was. Premier Balkenende wees de PVV-leider op zijn verantwoordelijkheid en deed tussen de regels door een klemmend beroep op hem om niet te ver te gaan. De minister-president verzocht Wilders niet expliciet van zijn film af te zien. Minister Verhagen van Buitenlandse Zaken en CDA-fractieleider Van Geel hadden daar wel voor gepleit. Behalve politici riepen ook bedrijven en Nederlanders in het buitenland Wilders op om de grenzen van het betamelijke in acht te nemen.
Hun pleidooi en alle ophef over de film lijkt nu overbodig te zijn geweest. De PVV-leider is zo verstandig geweest om in Fitna geen overbodige, expliciete kwetsingen van moslims op te nemen. Naar eigen zeggen is hij dat ook nooit van plan geweest. Aan het script heeft hij, zo stelde hij donderdag, sinds november vorig jaar niets veranderd. Wilders noemde Fitna donderdag een „nette film”, die „duizend kilometer binnen de kaders van de wet” is. Fitna is ook „geen provocatie” aan het adres van moslims, stelde hij. De PVV’er zei erbij dat hij hoopt dat er geen rellen uitbreken en dat er geen mensen door zijn film in de problemen komen.
In de film wordt geen Koran verscheurd of in brand gestoken, waar sommigen bang voor waren. Fitna eindigt weliswaar met het geluid van een scheurend blad, maar daarbij wordt netjes vermeld dat het om een telefoonboek gaat. „Het is niet aan mij, maar aan moslims zelf om de haatdragende verzen uit de Koran te scheuren”, licht Wilders toe in de film. Behalve de al bekende Deense spotprent van de profeet Mohammed met een tulband als bom komen er verder geen voor moslims godslasterlijke zaken voor in de film. Voor verschijning werd nog gesuggereerd dat Wilders het hoofd van Mohammed zou laten ontploffen, maar dat gebeurt niet. Er is slechts sprake van donder en bliksem. Volgens Wilders geeft dat weer dat de islam donder en bliksem veroorzaakt in het Westen.
Van formele godsdienstdiscriminatie is in de film dus geen sprake. Maar kwetsen omvat meer dan dat. Hoewel moslimorganisaties gematigd op de film reageerden, gaven ze tevens aan zich wel degelijk geraakt te voelen door het op één hoop gooien van vreedzame gelovigen met meedogenloze terroristen.
Daarom staat het nog niet vast dat met de publicatie van de film de kous af is. Cineast Theo van Gogh werd maanden na het uitkomen van Submission vermoord. De Deense cartoonrellen begonnen maanden na plaatsing van de spotprenten. De conclusie dat het allemaal erg meevalt, kan daarom pas na een zeker tijdsverloop getrokken worden. Harde reacties, met name in het buitenland, zijn nog altijd mogelijk. De eerste geluiden uit Iran - dat de film „gruwelijk” en „godslasterlijk” noemt - doen het ergste vrezen.