Ooggetuigenverslag van ds. Poort
De hervormde legerpredikant wijlen ds. J. J. Poort kwam in de jaren vijftig in contact met een dienstweigeraar, „een aanhanger van Lou.” Daarop besloot ds. Poort in 1958 een bezoek aan de palingboer te brengen. In De Nieuwe Haagse Courant doet hij verslag:
„Vermoedelijk ben ik de enige die als niet-LOU-mens, dus als ’satan’, hem in zijn privé-leven heb ontmoet. Hoe dit in zijn werk gegaan is, doet hier niet terzake. Wel wil ik publiceren, wat in dat grote witte huis aan de Naardensestraatweg in Muiderberg, waar zes LOU-gezinnen samen wonen, heb aangetroffen.Toen ik daar plotseling stond, in de voorkamer één hoog, viel er een onmiddellijk zwijgen. Acht mensen keken mij aan zoals ik zelden door acht tegelijk aangekeken ben, met moordende blikken. Ik zag een man op zijn rug onderuit liggen in een luie stoel: LOU. Hij was gekleed in een fantasiebroek en een borstrok, verder niet. Aan zijn voeten lagen twee vrouwen in nachtgewaad. Twee vrouwen hingen min of meer over hem heen. In nachtgewaad. Twee oude vrouwen zaten op de divan. Mien, zijn vrouw, lag aan zijn voeten (…).
Terwijl Lou uitvoerige beschouwingen hield over de herstelde mens, de satan en God en de bewustwording, streelden en kusten de vrouwen zijn handen en armen en keken Lou met aanbiddende ogen aan. Ik ben ervan overtuigd, dat ze van zijn woorden evenmin een syllabe begrepen als ik, maar de verering was, blijkbaar al jaren, onbegrensd. Ik dacht, dat dit toneel was, maar het is geen toneel. (…) Het is walgelijke en duivelse ernst.”