Apothekers zien kans om te besparen
De apothekersorganisatie KNMP denkt de zorg honderden miljoenen per jaar te kunnen besparen door een nieuw systeem voor geneesmiddelenprijzen. Voor elk geneesmiddel waarop geen patent meer zit en waarvan meerdere aanbieders zijn, wordt een maximumprijs vastgesteld. Die moet 25 tot 30 procent onder de maximumprijs liggen die geldt voor het oorspronkelijke middel (met patent).
Geneesmiddelen met een hogere prijs komen vanaf dat moment niet meer voor vergoeding in aanmerking. KNMP-voorzitter M. Favié pleitte woensdag voor dit nieuwe systeem op het jaarcongres van de vereniging.
Wanneer een patent op een geneesmiddel verloopt, mogen andere bedrijven het medicijn namaken. Dit zou ertoe moeten leiden dat middelen goedkoper worden. Maar in de praktijk valt dat tegen.
Apothekers krijgen van fabrikanten vooral bij de inkoop van deze zogeheten generieke, of merkloze, middelen grote kortingen. Sinds begin 2000 berekenen zij een korting van 6,8 procent door in de prijs van alle geneesmiddelen die zij verkopen. Het nieuwe systeem moet in de plaats van deze regeling komen.
De apothekers willen dat de overheid haar verantwoordelijkheid neemt om maximale vergoedingsprijzen voor de generieke geneesmiddelen vast te stellen en dit niet overlaat aan het vrije spel van de markt, aldus Favié. Hij wil af van alle wet- en regelgeving voor geneesmiddelenprijzen, met uitzondering van de Wet geneesmiddelenprijzen (WGP). Die bepaalt dan het maximum dat een leverancier mag rekenen.
De apothekers lanceren hun idee op een moment dat de zorgverzekeraars met plannen zijn gekomen om zelf generieke middelen op de markt te brengen, of de prijs daarvan aanmerkelijk naar beneden te brengen door een Europese aanbestedingsprocedure.
De zorgverzekeraars geloven niet dat het voorstel iets oplevert en noemen het een „sympathiek maar loos gebaar.” De besparingen vallen volgens Zorgverzekeraars Nederland (ZN) weg tegenover het verdwijnen van de kortingsregeling. De apothekers zelf gaan er volgens ZN per saldo op vooruit.