Indische Cake van Groninger platteland
Nuchter zijn ze bij Vast Banket. „We gaan voor gezonder, maar wie twintig eierkoeken achter elkaar opeet, is niet gezond bezig. Alles met mate.” De vlag gaat wél uit als dieetgoeroe Sonja Bakker de Groningse producten opneemt in haar populaire boeken. „Dat scheelt zó veel in de omzet.”
Een rondleiding door de bakkerijen van Vast Banket in Middelstum (bij Groningen rechtsaf) is leerzaam. Cakes moeten een halfuur op het vuur, in bakblikken die er net zo uitzien als thuis. Alleen de ovens zijn wat forser: 2400 baksels per uur is geen probleem.Eierkoeken -productie 200 miljoen stuks per jaar- blijken in een mum van tijd gaar. Twintig meter oven ongeveer, vier minuten doorlooptijd. Dat is het wel. De zachte koeken verspreiden een scherpe lucht net nadat ze uit de oven komen. „Breek er maar eens eentje middendoor”, zegt algemeen directeur Wolter Snijder. „Niet te dicht onder je neus houden.” De lucht is afkomstig van de gebruikte ingrediënten: eieren. Een flinke tocht over eindeloze lopende banden in een ontluchtingsruimte doet wonderen. De eierkoeken ruiken weer zoals ze smaken.
Snijder mag de bakactiviteiten graag laten zien. Hij is content met zijn geavanceerde machinepark. „Maar hightech gaat hier hand in hand met ambachtelijke kennis, dat is het mooie.” Recepten zijn nog ouderwets geheim. „De bakkers weten precies hoeveel meel, suiker en bloem er nodig is. Maar ze weten niet álles. Dat zijn onze bedrijfsgeheimen, die bewaren we in een black box. We zitten niet te wachten op concurrenten die met onze receptuur aan de haal gaan.”
Zo’n 110 mensen in vaste dienst, en nog eens 90 flexibeler inzetbare krachten, dat is Vast Banket vandaag de dag. De omzet gaat dit jaar richting de 30 miljoen euro. „We zijn geen megagrote speler, maar we zetten onszelf wel duidelijk in de markt”, legt Snijder uit. Dat gebeurt met een schuin oog naar de uitkomsten van een uitgebreid consumentenonderzoek. „We keken recent als het ware bij 440.000 huishoudens achter de voordeur. Wat doen die mensen, wat willen ze, hoe eten ze?”
Die consument wil lekker, vers en gezond, zo blijkt. „Wij spreken over gezonder als we het over ons banket hebben. Een wortel is gezond. Maar onze producten zijn gezonder dan ongezonde etenswaren.” Niet dat de producten van Vast Banket ongezond zijn. „Helemaal niet. Indische Cake bijvoorbeeld bevat 70 procent minder vet dan gewone cake. Zoals bij zo veel dingen in het leven zijn matigheid in het eetgedrag en voldoende lichaamsbeweging essentieel. Hou je die in de gaten, dan kan er niet zo veel fout gaan.”
Ook in de andere productlijnen klinkt de „gezondere lifestyle” door. Cakyline staat bij Vast Banket voor minder calorieën en minder niet-natuurlijke toevoegingen. „Maar we zoeken het ook in andere zaken. We verwerken bijvoorbeeld scharreleieren. En we sponsoren schaatsers.” Nieuwe producten -onder meer Cappuccino fingers, Himalaya’s, Zomerfruitbroodjes- gaan niet alleen ter keuring naar het Voedingscentrum, maar ook naar Sonja Bakker. „Ooit stonden onze eierkoeken in haar eerste boek. In latere versies staan ook andere producten. Op die momenten gaat hier de vlag uit: het mág van Sonja.”
De wortels van Vast Banket liggen in het Groningse, waar Uilke Vast en Jantje Vast-Stalman in 1946 een bakkerij annex kruidenierswinkel openen in Westerwijtwerd. De zaken floreren, vier zonen treden toe tot het bedrijf -drie van hen zijn nog steeds actief- en in Middelstum worden de zaken grootser opgezet.
In 1995 wordt banketbakkerij Lindemulder uit Beilen overgenomen. Indische Cake komt vanaf dat moment van het Groninger platteland. „Een heel sterk merk”, noemt Snijder deze loot aan de Vast Banketstam. Wat het exacte verhaal achter deze cake is, is niet te achterhalen. „Waarschijnlijk heeft een bakker in Beilen ooit in Nederlands-Indië gezeten, en daarvandaan kruiden meegenomen naar Nederland.” Vast Banket koopt in 1998 nog bakkerij Theha-Meko uit Harderwijk aan.
Middelstum is en blijft de basis van het bedrijf. „Hier hebben we de investeringen gedaan. En, belangrijker: hier wonen onze werknemers.” Afstanden zijn relatief, legt Snijder uit. „We zitten dichter bij Duitsland dan wanneer we een vestiging in de Randstad zouden hebben.”
Snijder zit om tafel met inkopers van zo ongeveer alle grote supermarktorganisaties in Nederland. In veel gevallen plakken die retailers hun eigen merk op het banket uit Groningen. „Ongeveer 80 procent van onze afzet is private label.” Het bedrijf is verder actief in de omringende Europese landen. „We gaan qua omzet naar een fiftyfifty verhouding. In Frankrijk hebben we inmiddels een eigen kantoor, Duitsland zit er aan te komen. Lokale kennis van de markt is essentieel. Daarmee kunnen we vooruit.”