Het betrof twee uitzendingen in oktober 2007 waarin Argos meldde dat Nederlandse militairen in 2002 in Afghanistan buiten hun mandaat waren gegaan. Defensie sprak van zeer ernstige beschuldigingen en vond dat het onvoldoende gelegenheid had gekregen voor wederhoor, maar de raad is het daar niet mee eens.De raad wijst erop dat Argos meerdere keren concrete en gedetailleerde vragenlijsten aan Defensie heeft voorgelegd, maar dat het daarop voornamelijk ontkennend heeft geantwoord. Het ministerie heeft zeer zuinig gebruikgemaakt van de geboden gelegenheden voor wederhoor, aldus de raad.

Defensie kreeg het eerste verzoek om antwoorden al begin september. Gezien de specifieke vragen meent de raad dat het voor Defensie vanaf dat moment duidelijk moest zijn dat Argos een politiek zeer gevoelig onderwerp voorbereidde. Maar Defensie liet na om nadere uitleg te vragen.

De raad vindt het begrijpelijk dat Argos vooraf geen volledige inzage gaf in het bronmateriaal. Daarover waren afspraken met bronnen gemaakt. Bovendien deed Defensie dat verzoek pas na de eerste uitzending.

Overigens bleek vorige week dat het Amerikaanse verslag van Task Force 58, waarop Argos zich onder meer baseerde, niet klopte. Argos beschikte over het juiste verslag, maar de informatie daarin klopt niet, schreef minister Van Middelkoop (Defensie) de Tweede Kamer. Volgens hem is niet te verklaren hoe de foutieve informatie over Nederlandse militairen in dit rapport terecht is gekomen.

D66 wil een nadere reactie op de uitspraak, vooral omdat Van Middelkoop volgens de democraten destijds grote woorden gebruikte. Hij beschuldigde Argos van ufojournalistiek maar weigerde in te gaan op de inhoud.

Argosredacteur Huub Jaspers wijst er ook op dat Defensie het niet heeft aangedurfd op de inhoud in te gaan. Jaspers vindt bovendien de uitleg van de minister over de fouten in het verslag van de Amerikanen onvoldoende.

Defensie laat vooralsnog weten kennis te hebben genomen van de uitspraak.