Actief lid zijn van een ideële organisatie als Vluchtelingenwerk, een politieke partij of een milieuvereniging scoort het best. Leden van buurtverenigingen, religieuze organisaties of hobbyclubs maken minder kans op een extra goede baan, maar komen nog altijd beter terecht dan mensen die nergens lid van zijn.Dat blijkt uit een onderzoek van socioloog Stijn Ruiter, waarop hij donderdag aan de Radboud Universiteit in Nijmegen promoveert.

Volgens Ruiter is het netwerk dat iemand in een organisatie opbouwt van belang voor de carrière. Door het netwerk krijgt iemand een betere baan, maar door betere banen krijgt iemand ook een steeds uitgebreider netwerk en dus een steeds hogere sociale status, zo stelt de promovendus.

Ruiter heeft tevens de achtergrond van ruim 200.000 mensen in 56 landen onderzocht om er achter te komen wie lid wordt van een vereniging. Bekend was al dat mensen die kerkelijk gebonden zijn vaak vrijwilligerswerk doen. De Nijmeegse socioloog vond dat dat weinig te maken heeft met een altruïstische instelling, maar veel meer komt omdat mensen die elkaar kennen elkaar ook weer vragen voor andere clubs. De meeste mensen komen namelijk via een bekende in een vereniging of organisatie terecht.

Televisie, oorlog en het communisme zitten het verenigingsleven in de weg, aldus Ruiter. In alle 56 onderzochte landen blijkt de tv de tijd voor een organisatie in beslag te nemen. Mensen die opgroeien onder een communistisch regime hebben zo’n afkeer van gedwongen samenzijn, dat ze vrijwillig vrijwel nooit meer lid van een vereniging worden.