„Natuurlijk schenden pooiers regels”
Dat de opheffing van het bordeelverbod lijkt uit te lopen op een mislukking, verbaast Krijn de Jong allerminst. Als hulpverlener van de organisatie Vereniging Tot Heil des Volks verkeert hij al zo’n dertig jaar in de Amsterdamse grachtengordel. Daar staat hij dagelijks oog in oog met de weerbarstige werkelijkheid. „De overheid is heel erg naïef. Pooiers houden zich per definitie niet aan regels.”
Hij heeft er nooit iets in gezien. Opheffen van het bordeelverbod lost volgens hem niets op. „Iets wat niet klopt, valt niet te regelen. Ga je het regelen, dan krijg je bizarre dingen. Wat je ook bedenkt, de pooiers willen maar één ding: een hele hoop geld verdienen. De overheid zal hen nooit in de vingers krijgen. Het is een onderwereldje, en dat wil het ook blijven.”
Een van de argumenten was: Als je niets doet, wordt het zeker een puinhoop.
De Jong: „Ik zeg ook niet dat je niets moet doen. Het begint met het overdragen van waarden en normen op het gebied van seksualiteit. Ons project ”Beware of loverboys” is daar een voorbeeld van. Daarmee gaan we naar buurthuizen, opvangcentra voor minderjarige asielzoekers en scholen. Niet om het vingertje op te heffen, want dat werkt niet, maar om te vertellen hoe het werkt en te laten nadenken over de vraag: Wat wil je met relaties waar je je lichaam voor moet geven? Verder moet je aan hulpverlening doen voor mensen die in moeilijkheden raken. Daarom hebben we het project Het Scharlaken Koord. En niet te vergeten: het kwaad bestrijden.”
Zet die aanpak wel zoden aan de dijk?
„Dat hangt af van je inzet. Achter opheffing van het bordeelverbod zit ook de gedachte dat alles moet mogen. Dat moet eerst doorbroken worden. In Amerika blijkt een op de vijf kinderen die via internet chatten, te worden benaderd door pedofielen. Onwillekeurig doet me dat denken aan de situatie in Sodom: van klein tot groot. Er moet een keer komen. Dat besef begint nu ook door te breken. Anders wordt het één goddeloze zooi. Als het aan die pooiers en sekstheaterlui ligt, wordt Amsterdam een hoerenkot bij Schiphol. Als we die mensen niet remmen, gebeurt dat ook. We hebben een walgelijke seksindustrie gemaakt in dit land.”
Gemaakt? Opheffing van het bordeelverbod is toch niet gebeurd uit enthousiasme?
„Op z’n minst is het een mengsel. Er is een behoorlijke stroming die het bordeelverbod wilde afschaffen omdat ze prostituee ziet als een beroep. Er is tegenwoordig zelfs een centrum voor deskundigheidsbevordering op dit gebied. Daar gaat een stimulerende werking van uit. Zo van: het is een goed beroep; er is niets mis mee. Dat zat ook in het paarse denken. Seks moet vrij beleefd kunnen worden en prostitutie is een van de mogelijkheden. Dat denken begint in de Amsterdamse grachtengordel en sijpelt vervolgens door naar de hele samenleving. Intussen promoot de tv dat denken en als er dan maar genoeg mensen avond aan avond naar pornofilms kijken, wordt de samenleving vanzelf totaal verziekt. Het is net een epidemie.”
Er is ook een stroming die zegt: Prostitutie is zo oud als de wereld, je kunt het maar beter reguleren.
„Het lastige is dat je er dan een officieel beroep van moet maken. Dat is dan ook gebeurd. Maar het is geen beroep. In beroep zit het woord roeping. Maar een vrouw is niet geroepen tot prostitutie. Absoluut niet. Als je er wel een officieel beroep van maakt, moet je de hele seksindustrie normaal gaan vinden. Er is al gezegd dat er dan ook startsubsidies moeten komen.”
Bepleit u dus herinvoering van het bordeelverbod?
„De zaak terugdraaien zal niet zo gauw gebeuren. Maar veel mensen voelen aan dat het niet goed gaat en vragen nu weer om waarden en normen. Het lijkt wel of we een keerpunt hebben bereikt. Ik denk dat dit kabinet er wel een rem op wil zetten. Die kans zat er bij paars niet in.”
Ook voor christenen ligt er een taak, zegt De Jong. „Pas zat ik in een programma voor radio Stad Amsterdam met een hoerenloper. Die heeft er een boek over geschreven. Toen ik vertelde dat ik kerkganger was, zei hij: „Dat gaat heel goed samen met hoerenloper; dat heb ik vaak genoeg gezien.” Christenen moeten vooral zelf een goede moraal hooghouden en echt een voorbeeld zijn. Verder ben ik ontzettend blij dat we bij Tot Heil des Volks opvangprojecten voor prostituees hebben. Niet dat er grote aantallen uit het wereldje stappen, maar er is een tegenkracht. Om het met een variant op een Joods gezegde te zeggen: Eén vrouw gered is de hele wereld gered.”