Het Onzevader op de Zuidpool
TEXEL - Zeeonderzoekers zijn „diep verslagen” na de dood van hun collega Willem Polman. De Texelaar kwam zondag bij een helikoptercrash op de Zuidpool om het leven. „Dit hakt erin.”
„Kijk, hier houdt Loes, een collega van Willem, een toespraak tijdens de rouwceremonie.” Op zijn werkkamer op het NIOZ Koninklijk Nederlands Instituut voor Zeeonderzoek op Texel wijst adjunct-directeur prof. dr. Herman Ridderinkhof op een foto op zijn laptop. De afbeelding toont een groep in overlevingspakken gestoken mensen op het helikopterplatform van het Duitse onderzoeksschip Polarstern. Ze zijn bijeen om twee verongelukte collega-onderzoekers te herdenken; de Duitse piloot en zeetechnicus Willem Polman. „Tijdens de plechtigheid is onder meer het Onzevader voorgedragen. De zinnen om beurten in het Nederlands en in het Duits”, zegt de vermoeid ogende Ridderinkhof.De helikopter crashte zondag tussen het Duitse schip en de 8 kilometer verder gelegen Duitse onderzoeksbasis Neumayer II. Behalve de twee doden vielen er ook drie gewonden. „De helikopter stortte ongeveer 3 kilometer voor de onderzoeksbasis neer op het ijs. Een van de Nederlandse gewonden kon hulp inroepen via zijn mobiele telefoon. Mensen van de onderzoeksbasis kwamen vervolgens met speciale poolvoertuigen naar de helikopter toe.”
Het ongeval op de Zuidpool heeft diepe indruk gemaakt bij de ongeveer honderd opvarenden van de Polarstern (onder wie 15 medewerkers van het NIOZ) en de bewoners van de onderzoeksbasis. „Voor collega’s ter plekke voelt het heel onwezenlijk”, zegt Ridderinkhof. „Op de Zuidpool hebben ze nu even geen zin meer in het onderzoekswerk.”
Ook onder de ongeveer 200 collega’s van het NIOZ op Texel hakte het nieuws erin. Voor zover bekend is het de eerste keer dat een NIOZ-medewerker tijdens een expeditie om het leven kwam. Maandagochtend ging de vlag halfstok. „Zeetechnicus Willem Polman werkte hier al 22 jaar”, vertelt NIOZ-voorlichter dr. Jan Boon. Hij maakt een afgematte indruk en is zojuist teruggekeerd van een bezoek aan de nabestaanden op Texel. „Velen bij het NIOZ kennen Willem goed. Bij expedities op zee heb je intensieve contacten met elkaar. Onderscheid tussen professor en technicus valt dan weg.”
Vanaf het NIOZ op Texel is er dagelijks contact via de satelliettelefoon met de mensen op de Zuidpool. Boon: „De nabestaanden hebben grote behoefte aan informatie. Daarom zijn er ook video-opnamen en foto’s gemaakt van de rouwceremonie op het Duitse schip. Dat soort zaken helpen bij de rouwverwerking.”
Lastig is dat de nabestaanden niet zomaar naar de Zuidpool kunnen afreizen. „Als het ongeluk in Amerika was gebeurd, hadden we een ticket kunnen regelen”, zegt Ridderinkhof. „Maar je kunt niet even snel naar de Zuidpool vliegen. Het gebied ligt erg geïsoleerd. Vaak is het weer ruig. Depressies volgen elkaar snel op. De gemiddelde windkracht is 8, maar uitschieters naar 12 komen regelmatig voor.” Naar verwachting komt het lichaam van Polman een dezer dagen via Zuid-Afrika aan in Nederland.
Zeeonderzoekers doen hun werk nogal eens in barre omstandigheden. Het kan vele uren duren voordat hulpverleners ter plekke zijn. Hoe kan je in dat geval overleven? „Op zee gelden tal van veiligheidsmaatregelen”, reageert Ridderinkhof. „Dan gaat het bijvoorbeeld om veiligheidsinstructies over reddingssloepen, het dragen van veilig schoeisel en een zwemvest.” Wordt er in de praktijk nogal eens een loopje genomen met regels als het dragen van een zwemvest? Boon: „Als mensen zich niet houden aan die regels worden ze daar meteen op gewezen. Niet met een preek, maar op een vriendelijke manier.”
Ridderinkhof, die een dertigtal expedities op de oceanen achter de rug heeft, weet uit ervaring hoe belangrijk het is om acht te geven op adviezen van de veiligheidsexpert aan boord. „Op een onderzoeksschip laten we bijvoorbeeld een kilometerslange verankeringskabel met meetapparatuur de zee inzakken. Via een lier aan boord. Bij zo’n operatie komen grote krachten vrij. Het risico bestaat dat een kabel knapt. Dan is het dus van belang dat je aan boord op veilige afstand blijft.”
Collega Jan Boon knikt. „Ik heb meegemaakt dat zo’n kabel knapte. Het gevaarte maaide rond over het achterdek. Je zult er maar door geraakt worden. Ik ben de zeetechnicus die ons vooraf waarschuwde om van het achterdek weg te gaan nog steeds heel dankbaar.”