Slachtoffer doet schriftelijk verhaal
UTRECHT - Slachtoffers van misdrijven maken weinig gebruik van het recht mondeling hun verhaal te doen tijdens een strafzaak. In 95 procent van de rechtszaken waarin dat kan, verkiezen zij een schriftelijke verklaring af te leggen. Het spreekrecht wint wel aan populariteit.
Dat blijkt uit een onderzoek dat Slachtofferhulp Nederland vrijdag heeft gepresenteerd. Daaruit komt tevens naar voren dat slachtoffers, rechters en het openbaar ministerie tevreden zijn over de vrij nieuwe methoden van inspraak tijdens een zitting. „Het geeft slachtoffers een stem en een gezicht; een rol in het proces”, aldus het rapport van Slachtofferhulp. Mensen hopen met hun verklaring soms ook de straf voor de dader te beïnvloeden.Prof. mr. J. van Dijk, hoogleraar slachtofferstudies aan de Universiteit van Tilburg, zei eerder deze week in deze krant het spreekrecht voor slachtoffers te beperkt te vinden. Zo is het hem een doorn in het oog dat een slachtoffer zich niet mag uitlaten over de strafmaat.
Rechters en officieren van justitie noemen de verklaringen een goede aanvulling op het strafdossier. De verklaringen „helpen de officier van justitie en de rechter om de gevolgen voor slachtoffer en nabestaanden scherp op het netvlies te krijgen”, zei procureur-generaal Rieke Samson gisteren. Ze vindt het spreekrecht niet meer weg te denken uit het strafrecht.
Dat maar weinig slachtoffers gebruikmaken van de mogelijkheid om persoonlijk te spreken tijdens een rechtszaak, komt doordat velen het zien als een zware belasting. Slachtoffers en nabestaanden die wel op de zitting spreken, hebben vaak een ernstig gewelds- of zedendelict meegemaakt.
Mensen mogen sinds 2005 hun verhaal doen tijdens een rechtszaak als zij slachtoffer zijn van een misdrijf waarop ten minste acht jaar celstraf staat.