„Een jongensdroom gaat in vervulling”
SLIEDRECHT - Na een VVD’er krijgt Noord-Beveland met H. van Kooten een burgemeester van SGP-huize. Die overgang zal voor de inwoners wel meevallen, verwacht de kandidaat zelf. „Ik wil er zijn voor de hele gemeente. Ook op zondag.”
Henny van Kooten is nu nog wethouder in het randstedelijke Sliedrecht. Als het aan Noord-Beveland ligt, gaat hij echter al binnen een paar weken aan de slag als burgervader van de Zeeuwse gemeente.Een flinke overstap.
„Inderdaad. Van de hectiek van de Drechtsteden, met samen bijna 180.000 inwoners, naar Noord-Beveland met nog geen 8000 mensen, dat scheelt nogal wat. Als gezin heb je best wat te verwerken, we hebben het er gisteravond uitgebreid over gehad. Toen mijn kinderen nog op de middelbare school zaten, wilde ik niet aan een stap als deze denken. De vierde zit nu voor zijn eindexamen van de havo. Dan maak je iets andere afwegingen.”
Wat heeft u met Noord-Beveland?
„Noord-Beveland is de mooiste gemeente van Nederland.”
Jaja.
„Nee, echt. Ik kan me nog goed mijn eerste vakantie herinneren als kind. Dat was aan het Veerse Meer, op Nood-Beveland. Ik weet dat de verbinding met de zee toen nog open was en dat we zeehondjes zagen. Ik zal een jaar of 8, 9 geweest zijn. Prachtig was dat.”
Het is uw oude liefde?
„Mijn éérste liefde! Ik ben dankbaar en blij dat ik hier nu burgemeester kan worden. Voor mij is het een jongensdroom die in vervulling gaat. Op de middelbare school, met lessen staatsrecht en dergelijke, dacht ik al: Ja, werken als burgemeester, dat is het. De achterliggende jaren, als wethouder en locoburgemeester, heeft zich dat verder ontpopt.”
Van een VVD’er krijgt Noord-Beveland een SGP’er als burgemeester. Wat betekent dat?
„Ik ben geen SGP-burgemeester, ik word burgemeester met een SGP-achtergrond. Daar zit wel een verschil in. Als wethouder verdedig ik de uitgangspunten van de partij. Maar als burgemeester ben ik er voor de hele gemeente. Dat betekent ook dat er soms een beroep op me zal worden gedaan betreffende de zondag. Ik zoek het niet op, maar ik zal er dan wel zijn.”
Waar ligt, wat betreft de zondag, voor u de grens?
„Dat weet ik niet. Dat zal de praktijk moeten uitwijzen. Burgemeester ben je niet, dat moet je leren.”
Stel, de burgemeester wordt gevraagd op zondag een prijs uit te reiken aan de winnaar van een zeilwedstrijd op het Veerse Meer. Bent u er?
„Dan ben ik er. Ik hoor er te zijn voor de hele bevolking. Maar ik hoop dat ik nog wel een keer naar de kerk kan. Dat heb ik ook aangegeven aan de vertrouwenscommissie. Daar was respect voor.”
Had u met een strakkere opstelling op dit punt ook burgemeester kunnen worden?
„Dat weet ik niet. Dat is niet ter sprake geweest. Kijk, dit soort dingen is inherent aan de functie. Als er ergens een PvdA-burgemeester benoemd wordt, stelt de reformatorische achterban het ook op prijs als hij zich af en toe laat zien in de kerk.”
De vertrouwenscommissie roemt uw openheid, directheid en daadkracht. Herkenbaar?
„Ik werd er een beetje stil van, maar ik heb het vaker horen noemen in mijn omgeving. Open moet je altijd zijn. En als er dingen moeten gebeuren, moet je de handen uit de mouwen steken. Overigens probeer ik dat in alle afhankelijkheid te doen. Ik vraag elke morgen om wijsheid. En als het goed gaat, moet je soms oppassen dat je ’s avonds niet vergeet te danken.”