„Veel ouders hebben boter op hun hoofd”
ZUTPHEN - Een meisje van 13 jaar. Laveloos. Buiten bewustzijn. Krasjes op de huid. Braaksel op haar shirt. Lichaamstemperatuur: 34 graden. Oorzaak: alcoholvergiftiging. Kinderarts N. Van der Lely vertelt het met een bijna onderkoelde monotonie. „Ik maak het te vaak mee.”
In het Gelderse Hanzestadje Zutphen staken donderdag beleidsmedewerkers, bestuurders van gemeenten, politie, hulpverleners en wetenschappers de koppen bij elkaar. Niet langer kunnen en willen zij lijdelijk toekijken hoe kinderen zich verlekkeren aan het vergif dat alcohol heet, luidde de eenstemmige conclusie. In de stedendriehoek Apeldoorn, Deventer en Zutphen is de strijd tegen het verwoestende vocht aangevangen.Gepassioneerd en bevlogen, soms zelfs met een door ironie getemperde woede maakt Van der Lely de toegestroomde menigte attent op de kritieke situatie. Het aantal jongeren met een alcoholvergiftiging groeit. Ze worden steeds jonger. Ze drinken steeds meer. Steeds vaker ook. Maar wie doet er wat aan?
Verwijtend klinkt hij wanneer de verantwoordelijkheid van ouders ter sprake komt. „Velen van hen hebben boter op hun hoofd”, meent de kinderarts. Ze wijzen hun kind niet op de gevaren van alcoholgebruik. Een ruime meerderheid staat zelfs toe dat haar kroost al op jonge leeftijd alcoholische drank nuttigt. Naïef en zorgwekkend, vindt Van der Lely dat. „Een kind dat zich één keer te buiten gaat aan alcohol, ondervindt daar zijn leven lang schade van. Beseffen we dat wel?”
Niet alleen ouders zijn echter aansprakelijk voor het drinkgedrag van jonge kinderen, meent hij. Ook de overheid moet zich er mee gaan bemoeien. A. J. van Oosten, wethouder van Zutphen, is daar wel voor te porren. Hij stelt zich ten doel dat binnen een jaar het aantal jonge mensen dat alcohol drinkt, niet meer toeneemt. Binnen hetzelfde tijdsbestek moet de helft van alle ouders weten dat alcohol slecht is voor kinderen. Van de middelbare scholieren in klas 2 consumeert ongeveer 60 procent alcohol. Ruim de helft van hen drinkt vijf of meer glazen per week, zo blijkt uit onderzoek.
De drankproblematiek is inmiddels in de Haagse kringen doorgedrongen, constateert CDA-Kamerlid F. Joldersma. „We zitten allemaal op één lijn. Niemand zegt nog dat het allemaal wel meevalt.” Regelgeving om landelijk op te treden is echter lastig te realiseren, merkt hij. „We proberen in ieder geval de grens van 16 jaar keihard te handhaven, om die later mogelijk op te trekken naar 18.”
Aanbevelingen om alcoholconsumptie onder jongeren te beperken, heeft Van der Lely in overvloed. Zo vindt hij dat ouders het goede voorbeeld moeten geven door minder te drinken.