Actie gemeenten bij strijd tegen misdaad
DEN HAAG - Het kabinet wil gemeenten nadrukkelijk betrekken in de strijd tegen georganiseerde misdaad. Datzelfde geldt voor lokale dienstverleners, zoals woningcorporaties, notarissen en makelaars. „Georganiseerde misdaad heeft vrijwel altijd wortels op lokaal niveau.” De gemeenten scharen zich achter deze aanpak.
Dat staat in een brief die de ministers van Binnenlandse Zaken en Justitie maandag naar de Tweede Kamer stuurde. Zij willen een breed front vormen tegen de criminaliteit. Daaraan moeten ook landelijke diensten bijdragen, zoals de Belastingdienst, de FIOD-ECD en de Sociale Inlichtingen- en Opsporingsdienst (SIOD) alsook private partijen zoals woningbouwcorporaties, makelaars, projectontwikkelaars, notarissen, advocaten, accountants en fiscaal juristen.Het brede front moet voorkomen dat criminelen bijvoorbeeld het lokale bedrijfsleven misbruiken voor ongeoorloofde praktijken. Zo kan worden voorkomen „dat de onderwereld verder doordringt in de bovenwereld, en dat de onderwereld gebruik maakt van legale structuren en methoden voor illegale activiteiten”, aldus de ministeries.
Het lokale bestuur, en in het bijzonder de burgemeesters, kunnen een belangrijke rol spelen, is de verwachting. Zij hebben bestuursrechtelijke middelen in handen om op te treden tegen criminelen. Zo kunnen gemeenten een vergunning weigeren aan een malafide horecaexploitant of panden opkopen waar criminele activiteiten plaatshebben.
Ter ondersteuning van de bestuurlijke aanpak komen er verspreid over Nederland zes regionale expertisecentra waar gemeenten samenwerken met politie en justitie om georganiseerde criminaliteit tegen te gaan. Zij zullen veel aandacht besteden aan misbruik van vastgoed voor witwaspraktijken, via vastgoed. Er zijn aanwijzingen dat veel crimineel vermogen wordt gewit via onroerend goed.
Ook komt er één landelijk centrum dat de regionale initiatieven ondersteunt en zorgt voor een goede informatie-uitwisseling, zodat een succesvolle aanpak in de ene regio niet leidt tot verplaatsing van de criminaliteit naar een ander deel van Nederland.
De ministers Ter Horst (Binnenlandse Zaken) en Hirsch Ballin (Justitie) hebben nog niet besloten waar het landelijke expertisecentrum zal verrijzen. Dat wordt uiterlijk volgend jaar zomer bekend.
Nederland wil op internationaal niveau beter samenwerken om de bestuurlijke aanpak van misdaad verder gestalte te geven. Dat is niet eenvoudig, omdat de nieuwe methode nog in de kinderschoenen staat. Desondanks zal het kabinet proberen te voorkomen dat het criminelen Nederland uitjaagt die vervolgens ergens over de grens neerstrijken.
Het kabinet trekt de komende jaren 4,5 miljoen euro uit voor de bestrijding van misdaad met bestuurlijke maatregelen.