De jongelui maakten deel uit van een groep van acht jeugdige Sliedrechters die in wisselende samenstelling vorig jaar regelmatig het verkeerde pad op ging. Bij de overvallen werden de slachtoffers steeds van achteren benaderd met een scooter met afgeplakt nummerbord. Ook werd steeds met zorg een stille plek uitgezocht waar voldoende vluchtwegen waren.De slachtoffers moesten onder bedreiging van een nepvuurwapen hun geld afstaan. De overvallen en inbraken vonden plaats in Sliedrecht, Hardinxveld-Giessendam en Papendrecht. De vijf andere verdachten, allemaal minderjarig, verschijnen eind maart voor de rechtbank.

Het openbaar ministerie had twee weken geleden in de zaak tegen de eerste drie verdachten gevangenisstraffen (jeugddetentie) geëist. „Zo’n straf lijkt volkomen op zijn plaats, maar we denken dat er dan geen weg terug meer is en dat het van kwaad tot erger gaat met deze jongeren”, zo lichtte rechtbankpresident mr. T. van der Lucht toe. Hij verwees daarbij naar de psychiatrische rapporten over de drie jongens. Daarin staat dat ze zwakbegaafd en verminderd toerekeningsvatbaar zijn.

Formeel legde de rechtbank wel vijftig dagen jeugddetentie op, maar die periode is gelijk aan de tijd die de jongens al in voorarrest hebben gezeten. Een 16-jarige dader kreeg 180 uur werkstraf opgelegd. Zijn 18-jarige mededader kreeg 120 uur werkstraf en een derde Sliedrechter van 16 jaar moet 80 uur werkstraf verrichten.

In alle drie de gevallen werd daar een taakstraf van twintig uur aan toegevoegd waarin de daders een programma moeten volgen waarin aandacht wordt geschonken aan de gevolgen die slachtoffers van overvallen kunnen ondervinden.