Dat blijkt uit een onderzoek dat prof. Vambersky, hoogleraar aan de TU Delft, in opdracht van de gemeente Den Haag heeft verricht.Het onderzoek, een second opinion, moet de onrust wegnemen die ontstond nadat Panorama Mesdag eerst de bouwer en daarna de gemeente voor de rechter sleepte. De directie van het beroemde zicht op Scheveningen van Hendrik Willem Mesdag verweet de gemeente dat ze geen oog had voor de belangen van het monument. De bouw van de parkeergarage had zettingen in de fundering veroorzaakt die nooit hadden mogen optreden.

Hoewel Panorama Mesdag in beide zaken nul op het rekest kreeg, liet de gemeente Den Haag een tweede onderzoek doen naar de bouw. De resultaten daarvan werden dinsdag gepresenteerd.

Naar nu blijkt had de directie van het monument een punt: om schade te voorkomen moeten eerst aanvullende maatregelen getroffen worden. Die kunnen, aldus het onderzoek, onder meer bestaan uit het verstevigen van het fundament onder het gebouw waarin Panorama Mesdag is gevestigd. Ook is het mogelijk de parkeergarage circa 6 meter in te korten. Daarnaast moet het dak worden verstevigd.

De huidige zettingen in het gebouw zijn ontstaan doordat de palenwand van de parkeergarage ondeskundig is aangebracht. Daarom moet ook deze palenwand aangepakt worden.

Directrice Marijnke de Jong van de Panorama Mesdag noemde het „verbazingwekkend” dat bij de aanleg van de fundering fouten zijn gemaakt, terwijl de gemeente dat proces juist nauwlettend volgde.

Overigens was de toestand van het Panoramagebouw ook vóór de bouw van de parkeergarage niet optimaal, concludeert Vambersky. Zo voldeed het dak toen al niet aan de veiligheidseisen. Met name als er een dik pak sneeuw op het dak ligt, dreigt daardoor instortingsgevaar.

De gemeente Den Haag wil nu dat de betrokken partijen om de tafel gaan en met een voorstel komen waardoor uiteindelijk weer verder kan worden gebouwd naast het monument. Bij de invulling van die afspraken rekent verantwoordelijk wethouder Smit „op goed huisvaderschap” van Panorama Mesdag en „op een professionele benadering” van de opdrachtgever. Volgens hem staat het behoud van het enorme schilderij uit het eind van de negentiende eeuw voor iedereen voorop.