Daarom is vanuit de Afghaanse provincie zelf in Den Haag aangedrongen op een onderzoek, zei commandant Nico Geerts van de Task Force Uruzgan woensdag tijdens een telefonisch interview met Radio 1.Volgens Geerts is ook niet duidelijk wie de schoten heeft gelost bij de twee verschillende vuurgevechten, die hoogstwaarschijnlijk doden door ”eigen vuur” opleverden. Behalve Defensie heeft ook het openbaar ministerie een onderzoek ingesteld. Maar dat leidt volgens Geerts niet tot onrust onder de militairen. „We zijn wel gewend dat justitie altijd meekijkt met wat wij doen.” Bovendien verloopt dat justitieonderzoek professioneel, zei hij: „De militairen worden allemaal gehoord als getuigen.” Pas daarna, als dat onderzoek is afgerond, zal justitie kijken of er aanleiding is tot vervolging.

Volgens Geerts zijn de militairen in Uruzgan aangeslagen door de gebeurtenissen waarbij ze twee Nederlandse en twee Afghaanse collega’s verloren. Maar hij omschreef de sfeer als goed; in die zin dat de militairen de draad oppakken en het werk doen.

Er is volgens Geerts geen gebrek aan communicatiemiddelen voor de militairen in het veld, zoals de militaire vakbond ACOM stelt. Volgens de commandant gaat er wel apparatuur stuk, maar wordt er hard gewerkt om kapot communicatiemateriaal te repareren. Het is niet zo dat de militairen hierdoor hun werk niet kunnen doen, zei hij.

De ACOM verklaarde maandag te willen weten of het gebrek aan ’oortjes’ een rol heeft gespeeld bij de schietpartijen. Defensie heeft al duidelijk gemaakt dat dit in het onderzoek wordt meegenomen. De commandant zei verder dat de weersomstandigheden voor zover hij dat nu kan beoordelen geen aanleiding gaven om de operatie stil te leggen. Defensie verklaarde eerder dat luchtsteun door de weersomstandigheden niet altijd mogelijk was.