Hougaard bezocht maandag onder meer de Amsterdamse burgemeester Cohen en praatte met beleidsmakers in Amsterdam en Rotterdam om te horen hoe Nederland er na de dood van Theo van Gogh in is geslaagd het evenwicht tussen de diverse bevolkingsgroepen enigszins terug te vinden.Hougaard is bijvoorbeeld erg te spreken over de aanpak van zogenaamde ‘hotspots’ in Amsterdam, plekken in de stad waar al langere tijd sprake is van veel criminaliteit en overlast. „In Nederland zijn jullie heel goed in communiceren", vindt de burgervader, die in Kopenhagen de portefeuille integratie onder zijn hoede heeft. „Na de cartoonrellen duurde het heel lang voordat we in Denemarken een dialoog tussen de diverse bevolkingsgroepen tot stand konden brengen. We waren heel bang dat we moslims tegen de schenen zouden schoppen door ze uit te leggen dat vrijheid van meningsuiting in een westerse samenleving heel belangrijk is."

Hij prijst de manier waarop in Nederland wordt gesproken met de moslimgemeenschap. „Met campagnes als “We Amsterdam” kreeg Cohen alle neuzen weer snel en goed dezelfde kant op." Wat echter in Kopenhagen beter gebeurt, is de versmelting van de verschillende culturen in het onderwijs. „In dat opzicht kunnen jullie veel van Denemarken leren", denkt Hougaard. „In Kopenhagen kennen we geen zwarte of witte scholen, zoals dat in Nederland nog wel het geval is. Je moet de problemen bij de wortels aanpakken; door gemixte scholen leer je kinderen al vroeg hoe goed het is om met alle godsdiensten en etnische gezindten in harmonie samen te leven."

In Rotterdam stak de Deense burgervader zijn licht op over de aanpak van achterstandswijken. „De renovatie en het opknappen van vervallen probleempanden daar is voorbeeldig", zegt hij. Een ander Nederlands paradepaardje dat Kopenhagen zeker gaat kopiëren, zijn de preventieve surveillancecamera’s in de Amsterdamse binnenstad. „Dat is iets waar ik me heel hard voor ga maken", zegt hij. „De cijfers tonen onweerlegbaar aan dat van zo’n initiatief een zeer preventieve werking uitgaat."

Hougaard hoopt dat Amsterdamse vertegenwoordigers binnenkort zijn hoofdstad met een tegenbezoek willen vereren. „Ik denk zelfs dat ik het initiatief wil uitbreiden naar andere Europese steden", verklapt hij. „We worstelen in de grote steden bijna allemaal met dezelfde problemen. We kunnen er in deze tijd van eenwording en uniformiteit alleen maar ons voordeel mee doen om intensief naar elkaar te luisteren en van elkaar te willen leren."