Zij zullen gezamenlijk bekijken met welke maatregelen de veiligheid in de stad kan worden vergroot en de kinderen worden geholpen.De samenwerking moet onder meer opleveren dat de kinderen en hun gezinnen minder vaak in aanraking komen met de politie. Dat staat in een samenwerkingsovereenkomst die burgemeester Pauline Krikke en minister Guusje ter Horst maandagavond hebben ondertekend. De burgemeester en de minister maken zich „ernstige zorgen" over de opkomst van een grote groep risicokinderen onder de 12 jaar, ook wel 12–minners genoemd.

Arnhem telt 40.000 inwoners van 25 jaar en jonger. Ongeveer 10 procent van hen groeit op in een onveilige omgeving en vertoont risicovol gedrag. Het gaat daarbij in toenemende mate om 12–minners. Bij de politieregio Gelderland–Midden staan ongeveer zevenhonderd kinderen uit Arnhem geregistreerd.

De gemeente ondervindt momenteel problemen bij de aanpak van 12–minners. Het is bijvoorbeeld onduidelijk welke rol verschillende hulpverlenende instanties exact spelen. Ook ontbreekt een duidelijke regie op de problematiek.

Arnhem gaat een actieplan opstellen om deze obstakels uit de weg te ruimen. Het ministerie van Binnenlandse Zaken zal dat het komende jaar ondersteunen. Ter Horst wil de regierol in de wet vastleggen. Zij zal halverwege dit jaar een voorstel naar de Tweede Kamer sturen waarin staat dat gemeenten die rol in een veiligheidsplan moeten omschrijven. Samen met andere bewindslieden zal Ter Horst verder kijken welke maatregelen nodig zijn om de aanpak van overlastgevende jongeren te versterken.

De samenwerking tussen het ministerie en Arnhem moet oplossingen opleveren waar ook andere gemeenten van kunnen profiteren.