Binnenland

Lange traditie van afscheidingen

In het verleden hebben zich wel vaker kamerleden afgescheiden van hun fractie. Steevast verdwenen deze ’kleine zelfstandigen’ na de volgende verkiezingen uit de Kamer. Meestal verlieten ze hun fractie uit eigen beweging. Met harde hand uit de fractie gezet worden, kwam weinig voor. Toch is dat juridisch best mogelijk, zeggen deskundigen.

Redactie politiek
2 October 2002 06:49Gewijzigd op 13 November 2020 23:50

Wat de uit de LPF-fractie gezette kamerleden gaan doen, was woensdagochtend nog niet duidelijk. Voor hun partij is het het makkelijkst als zij de Kamer verlaten. Dan kan de LPF de vrijgekomen kamerzetels opvullen met partijgenoten die nog op de kandidatenlijst staan.

Meest recent voorbeeld van zo’n oplossing is het vertrek van Jacques de Milliano uit de CDA-fractie in november 1998. De Milliano kon zich niet vinden in het beleid van het CDA, onder meer ten aanzien van witte illegalen. Een ander voorbeeld is het vertrek van Piet de Visscher en Frans Moor uit de PvdA-fractie. Deze ’linksbuitens’ van de sociaal-democratie hadden ten tijde van het kabinet-Lubbers III een verschil van mening met hun collega’s over het jeugdwerkgarantieplan en keerden als gevolg daarvan het Binnenhof de rug toe.

Maar de kans dat De Jong en Eberhard de route van vertrek uit de Kamer inslaan, lijkt niet groot. Daarvoor zijn het te koppige karakters. Een andere optie is zich vervoegen bij bijvoorbeeld de fractie van Leefbaar Nederland (LN). Voor Winny de Jong is dat in principe mogelijk, voor Eberhard ligt die stap minder voor de hand. LN heeft hem er immers recent nog van beschuldigd de ledenlijst van die partij te hebben gestolen en misbruikt.

Als De Jong en Eberhard ervoor kiezen geheel zelfstandig of als een tweemansfractie door te gaan, scharen ze zich in een lange traditie van afscheidingen en splitsingen.

Nog tamelijk vers in het geheugen ligt de stapsgewijze verbrokkeling van het Algemeen Ouderen Verbond (AOV), een partij die in 1994 vanuit het niets met zes zetels in de Kamer kwam. De eerste die, al na enkele maanden, het schip verliet was het onnavolgbare, eigenzinnige kamerlid Hendriks. Later kozen Nijpels, Aiking en Boogaard ervoor een nieuwe fractie te vormen. De naam AOV-fractie moesten ze onder veel protest laten aan de twee overgebleven kamerleden, Verkerk en Van Wingerden. Zelf ging het drietal vanaf 1995 door het leven als ”Groep Nijpels”. Bij de kamerverkiezingen van 1998 haalde geen van de ouderenpartijen een zetel.

Maar de afsplitsingen van het AOV zijn in de parlementaire geschiedenis van Nederland niet de enige. Begin jaren ’90 kwam PvdA-kamerlid Marjet Ockels in aanvaring met haar fractie. Tot aan de verkiezingen van 1994 ging ze in haar eentje door als de, volstrekt onbetekenende, ”fractie Ockels.”

Heel bekend zijn verder de voormalige CDA-kamerleden Dijkman en Scholten. Zij stapten in 1983 met veel bombarie uit de CDA-fractie omdat het fractiestandpunt over onder meer de voorgenomen plaatsing van kruisraketten hun niet aanstond. Ze richtten een tweemansfractie op onder de naam ”Groep Scholten/Dijkman”. Twee jaar later stapte Dijkman er al uit, om zich te vervoegen bij de PPR-fractie. Scholten ging in z’n eentje door tot aan de kamerverkiezingen van 1986 en meldde zich vervolgens bij de PvdA.

Vaststaat dat De Jong en Eberhard dat laatste nooit zullen doen. Maar hun vertrek uit de LPF-fractie is een vaststaand feit. De Jong mag dan menen dat een fractie helemaal het recht niet heeft kamerleden eruit te gooien, daarin heeft zij het pertinent mis, stelt staatsrechtdeskundige en oud-GPV-kamerlid Schutte. „Over de organisatievorm van fracties en over hun doen en laten is weinig vastgelegd. Als je een fractiebestuur wilt dat uit de helft van de fractie bestaat, dan mag dat. En als de meerderheid van een fractie vindt dat bepaalde personen er niet meer bijhoren, is dat vervolgens een feit.”

Dat kamerleden door een stemmingsronde in de fractie zijn weggestuurd, is voorzover Schutte bekend niet eerder voorgekomen. „Maar die kamerleden die in het verleden zogenaamd vrijwillig hun fractie verlieten, stonden natuurlijk wel onder een geweldige druk. De grens tussen „vrijwillig” en „onder dwang” is vloeiend.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer