Dat zegt Peter van de Ven, hoofd nationale rekeningen van het CBS, vrijdag in een interview met deze krant.De duurzaamheidsmonitor, die zal bestaan uit een weergave van zestien kernindicatoren, verschijnt eind dit jaar voor het eerst. De publicatie moet aantonen hoe Nederland ervoor staat vanuit een breed duurzaamheids- of welvaartsperspectief.

De vier planbureaus die aan de publicatie deelnemen zijn: het Centraal Planbureau (CPB), het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP), het Milieu- en Natuur Planbureau (MNP) en het Ruimtelijk Planbureau (RPB). Het CBS vervult een coördinerende rol.

De set van verschillende indicatoren moet de ontwikkelingen op verschillende gebieden (economisch, sociaal, natuurlijk en menselijk kapitaal) beschrijven en het liefst ook de onderlinge relaties in beeld brengen, aldus Van de Ven. „Vervolgens is het aan de politiek om te bepalen of daaraan consequenties moeten worden verbonden.”

Het is voor het eerst dat een dergelijk veelomvattend meetinstrument voor welvaart wordt ontwikkeld door rekenmeesters van officiële Nederlandse instanties.

Volgens een groeiende groep economen wordt welvaartstoename te vaak ten onrechte aan een stijgend nationaal inkomen gerelateerd, terwijl naast economische groei ook natuur-, mens- en sociale waarden hierin een rol zouden moeten spelen. De economen noemen het nationaal inkomen misleidend als welvaartsindicator omdat het de nadelige invloeden van groei op onder meer het milieu versluiert.

Ook op Europees niveau worden in toenemende mate vraagtekens gezet bij het gebruik van het nationaal inkomen als indicator voor welvaart. In Tilburg heeft volgende week een conferentie plaats over dit onderwerp.