Kritiek op terreurbestrijding
DEN HAAG - Speciale antiterreureenheden zijn ten minste tot de zomer van 2004 „onsamenhangend” aangestuurd door politie en defensie. Dat blijkt uit twee tot nu toe geheime rapporten waarover deze krant deels beschikt.
De beide rapporten werden pas deels vrijgegeven nadat deze krant een juridische procedure startte. In de documenten geven deskundigen aan hoe de organisatie van de antiterreureenheden van leger en politie jarenlang „overduidelijk onsamenhangend en gecompliceerd” was. Voor prof. C. Fijnaut, de opsteller van een van de twee rapporten, was het zelfs de vraag of de eenheden nog wel voldeden aan de „eisen van deze tijd.”De drie oude Bijzondere Bijstandseenheden van politie, krijgsmacht en mariniers enerzijds en de arrestatieteams van politie en marechaussee anderzijds blijken jarenlang niet goed te hebben samengewerkt. Deze eenheden zijn bedoeld voor de bestrijding van terrorisme en voor aanhoudingen onder levensbedreigende omstandigheden. Volgens Fijnaut, hoogleraar aan de universiteit van Tilburg, was er sprake van een „welhaast totale tegenstelling” tussen de politie- en de defensie-eenheden. „Waar de betrokken bijstandseenheden nagenoeg nooit in actie komen, worden de arrestatieteams dag en nacht ingezet.” Met name de arrestatieteams van de politie kampten met grote problemen.
Ook een commissie van drie deskundigen vanuit het openbaar ministerie, de politie en defensie waarschuwde voor problemen. De commissie stuitte „op tegenstellingen op het hoogste ambtelijke niveau”, maar zag geen oplossing voor het probleem. Wel adviseerden de deskundigen het kabinet om snel in te grijpen. Als tijdelijke oplossing werd de Snelle Interventie Eenheid (SIE) opgericht. Deze krant onthulde in 2005 het bestaan van die eenheid.
Het tweetal adviezen leidde in juli 2006 tot de oprichting van de Dienst Speciale Interventies (DSI). Onder deze dienst vallen de Unit Interventie en een eenheid scherpschutters. DSI stuurt ook de Unit Interventie Mariniers aan. Recent bleek dat de DSI met problemen kampt, waaronder personeelsgebrek.
Politiesocioloog dr. J. Timmer is niet optimistisch over de huidige organisatie van de terreurbestrijding. „De versnippering neemt alleen maar toe. In het kader van de ”overzichtelijkheid en vereenvoudiging” is de organisatie van drie typen eenheden naar vijf soorten gegaan. Wel is het goed dat ”hit-and-run”-terrorisme nu beantwoord kan worden met een ”run-and-hit”-eenheid én dat de benodigde specialismen onder één dak zijn gebracht.”