Binnenland

Vrijheid van godsdienst vereiste voor EU-partner

DEN HAAG - De EU mag pas een relatie aanknopen met een land als dat vrijheid van godsdienst, meningsuiting en vergadering kent. De Tweede Kamer steunt een motie met deze strekking van ChristenUnie-Kamerlid Wiegman.

Redactie politiek
20 December 2007 11:58Gewijzigd op 14 November 2020 05:23
DEN HAAG – Europarlementariër Blokland van de CU SGP fractie (r.) was woensdag aanwezig tijdens het debat in de Tweede Kamer over de staat van de Europese Unie. De aanwezige Europarlementariërs hadden gisteren behalve spreekrecht ook voor het eerst de mog
DEN HAAG – Europarlementariër Blokland van de CU SGP fractie (r.) was woensdag aanwezig tijdens het debat in de Tweede Kamer over de staat van de Europese Unie. De aanwezige Europarlementariërs hadden gisteren behalve spreekrecht ook voor het eerst de mog

Dat bleek woensdag tijdens het Kamerdebat over de staat van de Europese Unie.Europa wil de relatie met buurlanden als Wit-Rusland, Oekraïne en Moldavië versterken. Die landen hebben voorlopig nog geen uitzicht op toetreding tot de EU, maar de Unie wil toch een band met die landen aangaan - mogelijk in de vorm van een zogeheten partenariaat. Wiegman, gesteund door een Kamermeerderheid, vindt dat de EU pas een relatie mag aangaan met een land als dat beoogde partnerland vrijheid van godsdienst, meningsuiting en vergadering kent. De situatie in Wit-Rusland vertoont op die punten ernstige tekortkomingen, aldus Wiegman woensdag.

Minister Verhagen van Buitenlandse Zaken bevestigde richting CDA, ChristenUnie en SGP dat Turkije geen lid wordt van de EU als daar geen godsdienstvrijheid is. „Christenen moeten hun geloof daar vrij kunnen belijden.”

Wiegman pleitte tijdens het debat nogmaals voor duidelijkheid over de grenzen van het takenpakket en de geografische omvang van Europa. „Instellingen hebben de neiging hun eigen macht te vergroten. Daaraan moet een halt worden toe geroepen.” Dat zou ook het vertrouwen van burgers in de Europese samenwerking bevorderen, meent ze.

Premier Balkenende reageerde tijdens het Kamerdebat afhoudend op het voorstel van CDA-Kamerlid Ormel om eurobankbiljetten te voorzien van een nationale kant, met daarop bijvoorbeeld een tulp. Balkenende hield Ormel voor dat er dan 91 verschillende bankbiljetten in omloop zouden komen. Het is lastig en duur om de kwaliteit van al die verschillende biljetten te waarborgen, aldus de minister-president. Bovendien is bij de invoering van de euro juist bewust gekozen voor Europese biljetten, om te benadrukken dat alle EU-lidstaten dezelfde munteenheid gebruiken. Euromunten hebben wel een nationale zijde.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer