Kakofonie in de huiskamer
Is een huiskamerconcert saai? Zijn musici afstandelijke figuren? Nee, liet de stichting Longen & Tongen donderdagavond in Amsterdam zien. Muziek maken met gebruik van borden, kopjes, mondharmonica en plant is niet alleen leuk en grappig, het is ook knap. En mooi om naar te luisteren.
Op zijn knieën zit Dirk Luijmes op de grond, midden in de huiskamer. Voor hem een Amerikaanse Toy Piano, die niet hoger reikt dan de knie. Boven op de speelgoedpiano blijft de partituur van de ”Suite for Toy Piano” van John Cage maar net liggen. Luijmes moet duidelijk moeite doen om bij deze eenstemmige stukjes niet meer dan één toets aan te slaan. Zo’n piano is dan ook voor kindervingers bedoeld.Het publiek kan een glimlach niet onderdrukken: een grote vent die zich op deze manier verlaagt tot kinderspel. Tenminste, zo lijkt het. Maar wat Luijmes tot klinken brengt, is veel meer dan kinderspel. Het is razend knap wat de klavecinist doet. En de verschillende onderdelen van de suite van de Amerikaanse avant-gardecomponist intrigeren stuk voor stuk.
En dan: het gebeurt allemaal op grijpafstand. Je zou de musicus zo aan z’n haren kunnen trekken. Maar dat is nu precies wat Luijmes en slagwerker Arnold Marinissen met hun project ”Huiskamermuziek” willen bereiken: de afstand tussen uitvoerenden en publiek verkleinen. Je moet de musicus kunnen horen ademen, vinden ze.
Dat kan dan ook ruimschoots deze avond, in de huiskamer van een Amsterdamse kunstliefhebber die zijn bovenwoning aan de Prins Hendrikkade ter beschikking stelde aan het muzikale tweetal. De buren moesten vooraf wel even op de hoogte worden gesteld, want het instrumentarium van het duo produceert de nodige decibellen. Naast twee Toy Piano’s hebben Luijmes en Marinissen ook een spinet en een reisharmonium boven weten te krijgen. En dan nog „een paar tassen vol klein spul”: bekkentjes, kinderklokkenspel, speelgoedfluiten, kleine maracassen, xylofoons. Het huisraad van de gastheer kon eveneens ingepast worden in het programma: ook in kopjes, borden, lepels en zelfs planten zit muziek, zo blijkt.
Ritme
Ronduit fascinerend is het stuk ”Temazcal” van de Mexicaanse componist Javier Alvarez. Terwijl Marinissen twee maracassen -sambaballen- uit z’n zak tovert, begint op de achtergrond muziek te spelen: klotsende geluiden. Dan begint de percussionist op het ritme te schudden met z’n kalebassen gevuld met zaden. Minutenlang duurt het. Steeds een nieuw ritme, steeds een ander geluid, waarbij de spanning tot grote hoogte wordt opgevoerd. De 25 bezoekers kijken muisstil naar Marinissen, die gebiologeerd lijkt te zijn door de muziek.
Abrupt eindigt het stuk; het publiek slaakt een zucht van verlichting. Een luid applaus verraadt dat iedereen inziet dat het professioneel ’bespelen’ van percussie-instrumenten een eigen tak van sport is.
Maar dat geldt ook voor het bespelen van het spinet, een soort klavecimbel. Als Luijmes op het snaarinstrument direct verdergaat met een menuet uit de ”Flötenuhrstücke” van Joseph Haydn, is eveneens duidelijk dat hier een professional aan het werk is. Luijmes specialiseerde zich na zijn studie dan ook in het bespelen van allerhande toetsinstrumenten: naast organist is hij ook klavecinist, fortepianist en klavichordspeler, terwijl hij zich de laatste jaren ook nog profileert als harmoniumspecialist.
Dat laatste komt deze avond niet helemaal uit de verf. Het reisharmonium vervult vooral een begeleidende functie. Zoals in het openingsstuk ”Ihre Uhren gehen anders” van de Zwitser Heinz Marti. Terwijl het harmonium een wrange klank produceert, zorgt Marinissen voor een hol klokgelui door met een trommelstok op een dubbele plank te slaan.
Ook in ”Lahara” van de Amerikaan Bob Becker moet het harmonium genoegen nemen met een bescheiden rol. Tientallen keren mag Luijmes een en hetzelfde thema herhalen, terwijl Marinissen minutenlang excelleert met twee stokken en twee handtrommeltjes. ”Lahara” is dan ook gebaseerd op de Indiase traditie van de tabla (dubbele trom), waarin een verfijnde en gevarieerde ritmische variatiekunst centraal staat. Wat een mogelijkheden heeft een slagwerker!
Ratelwekkers
Twee componisten klommen op uitnodiging van Longen & Tongen speciaal voor het project ”Huiskamermuziek” in de pen. De Arnhemse componist Andries van Rossem schreef ”Het huisklokje”, waarin zo ongeveer alle klinkende voorwerpen een plek krijgen: kopje plus lepeltje, speelgoedpiano, twee ouderwetse ratelwekkers, spinet, xylofoon, klokkenspel. Een kakofonie aan klanken.
Ook de Nieuw-Zeelandse componist Dylan Lardelli schrijft in zijn nieuwe compositie ”Isabella’s Song” een keur aan instrumenten en attributen voor. Na een eenvoudig begin met harmonium en ballon -ga met je hand langs een ballon en je hebt klanken-, doen een wedstrijdfluitje, een mondharmonica en een speelgoedpiano hun intrede. Onderwijl weet de percussionist met de trommelstokken allerlei klanken aan een paar borden te ontlokken.
”Child of Tree” uit 1975 van John Cage hoort eveneens thuis bij de kakofoniecomposities. Beide musici worden door een stopwatch geleid naar instrumenten die gemaakt zijn van plantaardig materiaal en die overal in de huiskamer liggen. Luijmes pakt een handjevol walnoten en schraapt ze langs elkaar. Marinissen neemt een klein houten fluitje in zijn mond en produceert vogelgeluiden. Een plant wordt heen en weer geschud, een verdroogd bloemstuk knarst als een van beiden er met de hand langs schraapt. Onderwijl slaat Marinissen met twee holle stokken de maat, terwijl Luijmes verdroogde dennenappels langs elkaar wrijft. „Muziek is overal, veraf, maar ook heel dichtbij; als je het maar wilt en kunt horen”, aldus de toelichting.
Bijna lachwekkend, deze eigentijdse composities. Maar de ernst op de gezichten van de musici, de precisie waarmee ze te werk gaan en het effect dat door de verschillende ritmes wordt bereikt, zorgen ervoor dat het publiek het bij een bewonderende glimlach houdt.
Lievelingsboek
Het concert eindigt interactief. Iedere bezoeker neemt zijn meegebrachte lievelingsboek op schoot; wie vergeten is het mee te nemen, mag de kast van de gastheer plunderen. De kamer wordt in twee groepen verdeeld, terwijl er ook twee solisten worden aangewezen. Ieder moet op aanwijzen van dirigent Marinissen uit zijn eigen boek hardop gaan voorlezen. Om beurten, tegelijk, harder, zachter, hoger, lager. „Zie het als een muzikale opdracht”, aldus de slagwerker.
Zelf zet hij in met een zaag tussen zijn benen die hij met een strijkstok bespeelt. Luijmes volgt op het spinet. Dan is het ’voorleeskoor’ aan de beurt. Het resultaat is een stemmenkakofonie die veel weg heeft van de klank van een orkest.
Na afloop verdringt een enthousiast publiek zich om de musici. „Ongelooflijk, dat stuk met die Indiase ritmes.” „Wat een leuk idee om een concert zo in te vullen.” „Zo’n avond is allesbehalve saai.” Van enige afstand tussen musici en publiek is geen sprake. Precies zoals Longen & Tongen voor ogen stond.
De stichting Longen & Tongen, in 1999 opgericht door harmoniumspeler, organist en klavecinist Dirk Luijmes uit Nijmegen, heeft als doel het organiseren van bijzondere projecten rond toetsinstrumenten. Daarbij wordt zo veel mogelijk gezocht naar dwarsverbanden met andere kunstdisciplines.
Tijdens het eerste project in 1999, ”Hollandse winden”, stond het harmonium centraal. Met het oog op dat project vroeg Luijmes hedendaagse componisten nieuwe werken te schrijven voor de aloude ”psalmenpomp”. De programma’s van het project speelden zich voor een deel af in vijf Gelderse windmolens.
Een jaar later sloot Longen & Tongen aan bij het Bachjaar 2000 door de klavecimbelmuziek van de Thomascantor te combineren met commentaren op de muziek in woord, toon en beeld. Zo traden twee vooraanstaande Nederlandse dichters op met oude en nieuwe poëzie en maakte een kunstenares drie kunstwerken geïnspireerd op een fuga van Bach.
Vorig jaar haakte Luijmes aan bij het Mozartjaar. Tijdens het project ”Min of meer Mozart” werd een bonte mengeling van poëzie, liederen en pianomuziek ten gehore gebracht, ofwel van Mozart zelf, ofwel van dichters en componisten die zich door het genie uit Salzburg lieten inspireren.
Dit jaar lanceerde Longen & Tongen het project ”Huiskamermuziek”. Tegen de trend van schaalvergroting in de concertwereld in, wilde de stichting de afstand tussen uitvoerenden en publiek verkleinen. Letterlijk, door een zevental huiskamers -in Arnhem, Nijmegen, Zutphen, Ede en Amsterdam- in miniconcertzalen om te toveren. En door met huis-tuin-en-keukeninstrumenten te spelen.
Meer informatie: www.longenentongen.nl.nu.