Schoolstrijd in Wouterswoude
De Christelijk Nationale School (CNS) in Wouterswoude gaat door een diep dal. Bestuur en directeur liggen onder vuur en de kwaliteit van het onderwijs baart zorgen. Bovendien scheurt een al dan niet vermeende principiële richtingenstrijd de lokale gemeenschap in tweeën. In januari maakt de inspectie haar oordeel over de toekomst van de CNS openbaar.
Een winderige dinsdagochtend. Friese kleuters spelen onbekommerd buiten op het plein. Niet wetend wat er te doen is rond hun school. Of wel? De kleintjes zagen afgelopen tijd ruim veertig kinderen vertrekken. Eerder gingen ze allemaal naar dezelfde school. Naar de CNS. Maar dat is verleden tijd. Die andere kinderen zitten nu in Dokkum op school. Uitleggen kunnen de kleuters het niet. Belangrijker is de vraag: Kunnen zij zélf straks nog naar de CNS om de hoek?
Onveilig
De CNS in Wouterswoude staat sinds november 2005 onder verscherpt toezicht van de onderwijsinspectie. De school wordt op dat moment als ”zeer zwak” bestempeld. De inspectie eist een plan van aanpak en geeft bestuur en directie twee jaar de tijd om orde op zaken te stellen.
In juli 2006 doet de inspectie opnieuw onderzoek naar aanleiding van klachten van ouders en leerkrachten over de sociale veiligheid op school. Er zou veel ruzie zijn onder de leerlingen en het team zou principieel verdeeld zijn in twee kampen. De inspectie constateert op sommige punten een verbetering van de onderwijskwaliteit. Het ziekteverzuim onder het personeel blijft hoog en de kritiek op directeur T. Bakker, in augustus 2004 aangetreden, is groot.
Eind 2006 doen 48 ouders hun beklag bij de staatssecretaris van Onderwijs en bij plaatselijke politici over zowel de kwaliteit van het onderwijs als de sociale veiligheid op school. De actie leidt ertoe dat burgemeester Aalberts van de gemeente Dantumadeel, waar Wouterswoude onder valt, en de commissaris van de Koningin in Friesland, Nijpels, contact zoeken met het CNS-bestuur. Zij dringen aan op de vorming van een interim-bestuur dat de problemen moet oplossen. Het voorstel wordt besproken tijdens een ledenvergadering op 6 februari dit jaar; 154 van de 158 leden gaan akkoord.
Het interim-bestuur, bestaande uit K. Meuleman (bestuurslid Pieter Zandt), J. Opschoor (oud-bestuurslid Pieter Zandt) en mr. J. W. Voorwinden (werkzaam bij de VGS) gaat aan de slag en stelt na anderhalve maand vast dat een oplossing van de problemen alleen mogelijk is als directeur Bakker verdwijnt. Het drietal heeft geen vertrouwen in zijn plan van aanpak en ook niet in zijn onderwijskundige kwaliteiten.
Kantonrechter
Bakker wordt op 26 juni geschorst en voorgedragen voor ontslag bij de kantonrechter in Leeuwarden. Deze oordeelt op 1 oktober dat het ontslag niet terecht is, omdat onvoldoende is aangetoond dat Bakker slecht functioneert en de problemen op school aan hem te wijten zijn. Bakker keert terug als directeur. Op 16 november treedt het interim-bestuur af, driekwart jaar eerder dan afgesproken, en geeft de verantwoordelijkheid terug aan het vorige bestuur onder leiding van ds. P. Roos, christelijke gereformeerd emeritus predikant in Burgum.
De nieuwe situatie is reden voor een aantal ouders om hun kinderen van school te halen. In totaal verdwijnen ruim 40 van de ongeveer 140 leerlingen. Zij bezoeken sinds vorige maand de gereformeerde basisschool in Dokkum.
Volgens het bestuur, de directeur en een deel van de ouders is het conflict op de CNS vooral te wijten aan een richtingenstrijd in de achterban van de school. Die strijd zou al jaren aan de gang zijn. De achterban van de school zou bestaan uit een SGP- en een CU-deel. Het SGP-deel zou een strikt reformatorische school willen, het CU-deel een christelijke school met ruimte voor verschillen in levensstijl.
Directeur Bakker: „De indeling in een SGP- en CU-deel is misschien een versimpeling van de werkelijkheid, maar er zit veel waarheid in. De verschillen gaan niet zozeer over de leer, maar over het leven.”
Gevraagd naar voorbeelden van de richtingenstrijd noemt Bakker de kleding van meisjes. „In onze schoolgids staat geen expliciet verbod op broeken voor meisjes, maar we benadrukken wel het Bijbels onderscheid in kleding tussen man en vrouw. Toch komt sinds jaar en dag een aantal meisjes in lange broek naar school. De school heeft daar nooit een probleem van gemaakt. Anders wordt het als het niet gaat over kinderen, maar over ouders die op school hand-en-spandiensten verrichten. Van hen vragen we zich te kleden in een rok. De gemoederen kunnen daar hoog over oplopen. Ik denk ook aan de manier waarop sommige moeders en meisjes er ’s zomers bijlopen.”
Verdeeldheid
Op de vraag of de ”CU-groep” principiële zaken, bijvoorbeeld het gebruik van de Statenvertaling en de psalmberijming van 1773, wil veranderen, antwoordt Bakker ontkennend. „Ik heb in dat opzicht geen problemen met deze ouders.” Toch houdt hij met een verwijzing naar de geschiedenis van de CNS vast aan de tweedeling. „We zijn vanouds een hervormde dorpsschool. Zo’n twintig jaar geleden is de school gaandeweg reformatorisch geworden. Die verandering gaf vanaf het begin verdeeldheid in de achterban. Het valt niet te ontkennen dat de ouders die de afgelopen tijd zijn weggegaan hun kinderen allemaal naar de gereformeerde school in Dokkum hebben gestuurd en niet naar de reformatorische school in Drachten. Dat zegt ook iets.”
R. Dijksterhuis en G. Wiersma, van wie de kinderen tot voor kort op de CNS zaten, ontkennen dat er sprake is van een richtingenstrijd. „Dat idee wordt ons opgedrongen omdat wij behoren tot de groep ouders die kritiek heeft op het bestuur en de directeur en zich zorgen maakt over de kwaliteit van het onderwijs. Het is gemakkelijk die ouders te beschuldigen van een richtingenstrijd, want dat leidt de aandacht van de echte kritiek af.”
De feiten tonen volgens Dijksterhuis en Wiersma aan dat de richtingenstrijd „erbij gesleept” wordt. Zij verwijzen naar een peiling op 2 november vorig jaar, waarbij aan ouders werd gevraagd of zij achter de koers van de CNS staan zoals die tot dat moment is geweest. Bijna alle ouders, 153, zeggen ja, niemand zegt nee en er zijn 5 blanco stemmen. „Hieruit blijkt duidelijk dat het overgrote deel van de ouders geen behoefte heeft aan principiële veranderingen.”
Als er al sprake is van een richtingenstrijd, dan is het „de andere kant uit”, zegt Dijksterhuis. „Het is een beproefde tactiek: je wilt zelf rechtsaf, maar je roept dat anderen linksaf willen. Dan krijg je vanzelf mensen achter je aan die bang zijn voor linksaf en daarom met jou rechtsaf willen.”
Bergafwaarts
Het „echte probleem” is volgens Dijksterhuis en Wiersma het functioneren van de directeur en het beleid van het bestuur daarin. „Toen Bakker in de zomer van 2004 aantrad, behoorde de CNS tot de beste basisscholen in de gemeente Dantumadeel. Daarna is het bergafwaarts gegaan.”
Zij voelen zich in hun oordeel over Bakker gesterkt door een kritisch rapport van het managementbureau BMC uit Leusden, uitgebracht in januari 2005. „Daarin staat met zoveel woorden wat wij zelf ervaren, namelijk dat Bakker niet goed leidinggeeft, onderwijskundige kwaliteiten mist, slecht communiceert en weinig invoelingsvermogen heeft. De inspectierapporten geven hetzelfde beeld. Zij wijten de oorzaak van de problemen op school aan het ontbrekende leiderschap van de directeur.”
Bakker heeft „een veel te positief beeld van zichzelf”, zeggen Dijksterhuis en Wiersma. „Bij zijn aantreden werd afgesproken dat hij zich zou laten coachen door een deskundige, omdat hij zelf van buiten het onderwijs kwam. Al na drie maanden stuurde Bakker zijn coach weg, omdat hij het zelf wel kon. Ook de samenwerking met de adjunct-directrice, die veel voor de onderwijskwaliteit op school betekende, kwam niet van de grond.”
Ook D. van der Zee uit Damwoude, van 1999 tot 2002 directeur van de CNS en tot aan de zomer dit jaar groepsleerkracht, ontkent dat er een richtingenstrijd op school gaande is. „Het bestuur heeft deze term wel vaker gebruikt, maar ik heb in de achterban nog nooit iemand gesproken die de identiteit van de school wil veranderen.”
Van der Zee bevestigt de kritiek op Bakker. Hij noemt de huidige directeur „een chaotisch werkende man die zelden iets afmaakt. Bakker bagatelliseert de problemen op school en het ontbreekt hem aan zelfreflectie.” Daarentegen prijst Van der Zee adjunct-directrice N. van Oordt. „Toen ik in 1999 directeur van de CNS werd, lag er een kritisch rapport van de inspectie over de kwaliteit van het onderwijs. De adjunct-directrice is hard aan het werk gegaan en de school ging met sprongen vooruit. Na verloop van tijd zei de inspecteur: Jullie zijn gestegen van een 4- naar een 7,5.”
Te kort
Bakker nuanceert de kritiek op hemzelf. „Mijn functioneren wordt in het BMC-rapport afgemeten aan de problemen op school. Ik was toen nog maar een halfjaar in dienst. Dat is veel te kort om zo veel negatieve invloed op de gang van zaken te hebben. De werkelijkheid is dat er voor mijn aantreden al veel problemen waren.”
Waarom Bakker zijn adviseur al na drie maanden wegstuurde, wil hij niet zeggen. Wel benadrukt hij dat het niet was omdat hij dacht het zelf wel te kunnen. „Ik heb me ook nadien altijd laten adviseren.” Op de samenwerking met zijn ervaren adjunct-directrice wil Bakker niet ingaan. „Dan zou ik mensen beschadigen.” Dat hij polariserend optreedt in het al dan niet vermeende richtingenconflict wijst de directeur met kracht van de hand. „Ik heb geen problemen met welke ouders dan ook. Het is opvallend dat ouders met kritiek op de school nooit een klacht hebben ingediend bij de klachtencommissie van de VGS, waar wij bij aangesloten zijn. Ze stuurden wel een brief naar het ministerie. De klachten zijn nooit feitelijk onderzocht, maar blijven hangen in de sfeer van emoties. Dat is erg jammer.”
Niet schamen
Van slechte communicatie met zijn personeel zegt Bakker zich niet bewust te zijn. „Die kritiek komt uit een bepaalde hoek. Andere personeelsleden oordelen positief over mijn optreden.” Hij aarzelt bij het verwijt dat hij weinig invoelingsvermogen zou hebben. „’t Zou kunnen. Invoelingsvermogen is wel heel belangrijk. Vraag het aan anderen.”
Tegenover de kritiek op de onderwijskwaliteit stelt Bakker een onderzoek van de Fryske Akademy in Leeuwarden. Het onderzoek werd gehouden op alle basisscholen in de gemeente Dantumadeel en had betrekking op het schooljaar 2005-2006. Het werd in mei dit jaar openbaar gemaakt. „De CNS komt met taal als gemiddeld uit de bus en met rekenen als hoogste”, zegt Bakker. „Het gaat weliswaar alleen over de toetsresultaten en niet over zaken als sociale veiligheid, maar we hoeven ons voor deze uitslag absoluut niet te schamen. De sociale veiligheid hebben we overigens goed in beeld. Elk halfjaar nemen we leerlingenenquêtes af. Die wijzen al anderhalf jaar op een positieve ontwikkeling.”
R. Visser, moeder van twee kinderen op de CNS, heeft haar twijfels bij de inspectierapporten tot nu toe. „De inspectie baseert zich grotendeels op enquêtes onder personeel en kinderen. Hoe objectief zijn die? Als ik kijk naar de toetsresultaten en de Cito-uitslagen, dan denk ik dat de inspectie de kwaliteit van het onderwijs te negatief beoordeelt. Ook het beeld van de sociale veiligheid op school is te veel gekleurd door klachten van ouders die geen vertrouwen in de directeur hebben.”
Visser heeft dat vertrouwen in Bakker wel. „Het probleem is dat hij nooit de kans heeft gekregen om directeur te zijn. Bij alles wat hij doet, is er kritiek. Bij alle problemen wordt hij als schuldige aangewezen. Maar onder zijn voorgangers waren er ook problemen en werden er ook fouten gemaakt.” Volgens Visser is de school aan rust toe. „Laat het personeel zijn werk doen, dan komt het volgens mij goed.”
Krom
Oud-directeur Van der Zee is kritisch over de rol van het bestuur in het conflict. „Het bestuur polariseert in plaats van de partijen bij elkaar te houden. De voorzitter doet daar ook aan mee. Hij is niet tactisch en werkt niet samenbindend.”
Dijksterhuis en Wiersma delen de visie van Van der Zee. Zij hekelen de „kromme manier” waarop het bestuur afgelopen tijd bezig is geweest. „Twintig ouders die lid van de schoolvereniging wilden worden, werden na een persoonlijk gesprek geweigerd, omdat ze volgens het bestuur niet reformatorisch genoeg waren. Een maand later werden dertig nieuwe leden zónder gesprek toegelaten, omdat zij achter het bestuur stonden. Sommigen hadden geen enkele relatie met de school en wisten bij wijze van spreken niet eens waar Wouterswoude lag.”
De laatste bestuursverkiezingen zijn volgens Dijksterhuis en Wiersma niet eerlijk verlopen. „Er waren vijf kandidaten uit het kamp van het bestuur en vijf uit het kamp van de kritische ouders. De eerste vijf werden door het bestuur op een A-lijst gezet, de andere vijf op een B-lijst, in plaats van allemaal op één lijst. Ds. Roos stond op de A-lijst en was de vader van een van de aftredende bestuursleden.”
Wiersma zat zelf in 2006 in het bestuur. Hij is eruit gestapt, omdat hij en een collega-bestuurslid „steeds tegen een muur aan liepen.” „Bij stemmingen was het altijd vijf tegen twee. Ook was er geen ruimte om eerlijk over het functioneren van de directeur te spreken.”
Opmerkelijk
In een telefonisch interview reageert ds. Roos op een aantal vragen. Aan het eind van het gesprek echter trekt hij zich terug en wil hij niet meer geciteerd worden „om persoonlijke verhoudingen niet verder te beschadigen.” Wel ligt er van zijn hand een brief aan deze krant, waarin hij de suggestie bestrijdt dat zijn bestuur door de Friese commissaris van de Koningin en de burgemeester van Dantumadeel aan de kant is gezet ten gunste van het interim-bestuur. Volgens de predikant is deze oplossing „in de beste overeenstemming” gekozen. „Ons bestuur heeft zelf de opdracht gegeven een interim-bestuur aan te stellen.”
Ds. Roos spreekt in de brief over „twee heel opmerkelijke en onverwachte dingen”, namelijk dat het interim-bestuur de kritiek op Bakker deelde en daarmee „de ouders die een ruimere koers willen onbedoeld bijviel”, en de beslissing van de kantonrechter om het ontslag van Bakker terug te draaien. „Ook daarin hebben we heel duidelijk Gods hand gezien.” De predikant spreekt nog een wens uit: „Mogen de feiten ons allen tot voortdurend nadenken stemmen.”
Adjunct-directrice Van Oordt ziet af van een reactie, omdat haar zus onlangs onverwacht overleed. Het interim-bestuur wil ook geen commentaar geven, maar verwijst naar de brief aan de ouders, verstuurd op 14 november, waarin het zijn vervroegde aftreden aankondigt. Twee zinnen daarin geven het standpunt van het interim-bestuur helder weer: „Om tot de gewenste rust op de CNS te komen alsmede om de noodzakelijke kwaliteitsslag te maken, achtten wij het onvermijdelijk dat een andere directeur leiding zou geven aan de CNS.” En: „Helaas hebben wij moeten constateren dat wij geen vertrouwen hebben in de aanpak die de heer Bakker voor ogen staat.”
Niet netjes
De onderwijsinspectie heeft inmiddels een rapport uitgebracht over haar meest recente bezoek aan de CNS, half november. Het concept ligt op de tafel van bestuur en directie. De inspectie mag op de inhoud ervan niet vooruitlopen, aldus woordvoerster M. Cramer. „Dat zou niet netjes zijn tegenover de school.” Directeur Bakker wil „bevestigen noch ontkennen” dat hij het voorlopige rapport heeft.
Volgens Cramer heeft de school „vier tot vijf weken” de tijd om op het concept te reageren. „De inspectie maakt het definitieve rapport in januari openbaar.” Tot die tijd blijft het de vraag hoe lang de 133 jaar oude CNS in Wouterswoude nog bestaat.