SGP’ers: Kerk moet zich laten horen
APELDOORN - SGP-politici in grotere gemeenten in Nederland vinden dat de kerken uit de reformatorische achterban zich meer moeten mengen in het publieke debat. Dat blijkt uit een telefonische rondgang van deze krant.
Acht van de negen geraadpleegde SGP-raadsleden in grotere gemeenten vinden dat kerken plaatselijk meer van zich moeten laten horen, bijvoorbeeld als er discussie is over omstreden evenementen. De wens komt van SGP’ers uit Den Haag, Middelburg, Apeldoorn, Ede, Veenendaal, de Noordoostpolder, Dordrecht en Huizen.ChristenUnie/SGP-raadslid W. Pijl in Den Haag vindt dat reformatorische kerken te veel naar binnen zijn gericht. „Het is een wel erg gesloten wereldje. Reformatorische kerken moeten niet aan de rand van samenleving staan, maar er juist middenin. Wees een zoutend zout. Laat de overheid maar horen: Zo luidt het Woord des Heeren.”
SGP-fractievoorzitter Chr. Dekker in Middelburg stelt ook dat de afstand tussen reformatorische kerken en de lokale overheid te groot is. „Zeker in de rechterflank van de reformatorische kerken houdt men zich nogal afzijdig van de samenleving. Er is een soort drempelvrees om met andersdenkenden in gesprek te gaan.”
Ds. W. Silfhout, lid van het deputaatschap bij de hoge overheid van de Gereformeerde Gemeenten, staat „zeker achter” de kritiek van de SGP-raadsleden. „Op plaatselijk niveau zouden ambtsdragers meer hun geluid in de samenleving moeten laten horen. De kerk heeft een profetische roeping naar de overheid. Als je je stem niet laat horen, heb je ook geen recht van spreken.”
Ds. Silfhout vermoedt dat kerken meer dan eens niet reageren op ontwikkelingen in de samenleving, omdat ze denken dat ze „water naar de zee dragen.” De predikant bestrijdt die houding. „Protest heeft wel degelijk zin. Als deputaatschap hebben wij bijvoorbeeld met Albert Heijn gecorrespondeerd over de openstelling van winkels op zondag. Naar mijn indruk had dat resultaat. Diverse winkels van Albert Heijn gaan niet op zondag open.”
Drs. P. J. Vergunst, algemeen secretaris van de Gereformeerde Bond in de PKN, is sceptisch over de kritiek van de SGP-raadsleden. „Lokale hervormde (wijk)gemeenten zoeken zeker van betekenis te zijn voor de buurt waarin de kerk staat. Zowel diaconaal als in de verkondiging van het Evangelie. Misschien dringt dat te weinig in de raadszaal door.”
Vergunst benadrukt het belang van een band tussen kerken en gemeentebestuur. „Ik vind het niet sterk als christenpolitici alleen steun van de kerken zoeken als er een protest nodig is omdat de wielerronde op zondag door het dorp gaat of als er een houseparty is toegestaan. Een zoutend zout zijn is méér dan bezwaar maken, al weegt de ontheiliging van Gods Naam en dag voor de kerk zwaar. Een protest is vooral vruchtbaar als er een band is opgebouwd.”
L. M. P. Scholten, scriba van het deputaatschap hoge overheid van de Gereformeerde Gemeenten in Nederland en zelf oud-raadslid, noemt de kritiek van de SGP-raadsleden „overtrokken.” Hij kaatst de bal terug. „Politici van christelijke partijen zouden zelf meer kerken moeten inseinen over bepaalde ontwikkelingen. Als raadslid weet je nu eenmaal beter dan kerken wat het juiste moment is om te protesteren. Zeker als het om voorstellen gaat vanuit het college. Het is weinig zinvol als kerken in het wilde weg schoten lossen.”
Scholten voegt eraan toe dat van kerken wel verlangd mag worden dat ze zelf stelling nemen tegen uitwassen die niet uit de koker van het gemeentebestuur komen. „Denk aan de problemen met de keten op de Veluwe.”