Volgens het instituut moet dat onder meer gebeuren door een gezamenlijke aanpak van organisaties, betere scholing zodat hulpverleners signalen herkennen, beter preventief beleid en betere opvang na een mislukte zelfmoordpoging.De regie van het nieuwe beleid moet in handen van de overheid liggen, aldus het Trimbosinstituut. Ook moeten nabestaanden bij een geval van zelfmoord volgens het instituut beter worden begeleid bij de verwerking. Onderwijsinstellingen moeten daar meer aandacht aan besteden.

Bij mannelijke twintigers is zelfdoding met 23 procent de tweede doodsoorzaak na verkeersongevallen. Bij jongens ligt dat percentage op 18, bij meisjes op 11. Bij allochtone jongeren ligt het percentage hoger, zo blijkt uit onderzoek.

Ook pogingen tot zelfdoding komen vaak voor. Bij volwassenen gaat het om 94.000 mensen per jaar, 0,9 procent van de volwassen bevolking. „Het aantal mensen met suïcidegedachten en suïcidepogingen, met of zonder verwondingen, stemt tot ongerustheid”, concludeert het instituut.

In het rapport wordt aanbevolen om ook de sectoren onderwijs en vervoer te betrekken in het beleid om zelfdoding terug te dringen. Veel zelfmoordpogingen vinden plaats op het spoor, aldus het Trimbosinstituut.

In de jaren tachtig zijn er ook al aanbevelingen gedaan om tot een betere aanpak van suïcidepreventie te komen, maar volgens het Trimbosinstituut zijn die nooit opgepakt.