Dat heeft voorzitter A. Hajji van de Goudse moskee El-Nour vrijdagavond verklaard. Hij en de bestuurders van twee andere moskeeën komen zaterdag in een speciaal beraad bijeen om te bezien welke acties zij kunnen ondernemen om de tentoonstelling te weren.Hajji wilde vrijdagavond geen commentaar geven op de vraag waarom de drie moskeeën in Gouda in overleg bijeenkomen. Ook wilde hij niet zeggen welke maatregelen zij van plan zijn te nemen. Duidelijk is wel dat onder de moslims in Gouda met verontwaardiging is gereageerd op de tentoonstelling in MuseumgoudA. „Er is veel onrust”, aldus Hajji.

Deze week werd bekend dat het museum de foto-expositie van de Iraanse kunstenares Sooreh Hera wil plaatsen. Eerder liet het Haags museum weten de tentoonstelling niet te zullen plaatsen. Op enkele foto’s zijn homoseksuele mannen te zien, twee van hen dragen maskers van Mohammed en zijn schoonzoon Ali.

Burgemeester W. Cornelissen van de gemeente Gouda erkent dat er „verschillende opvattingen” over de tentoonstelling zijn, maar hij liet gisteren weten de komst van de omstreden foto’s niet tegen te houden. „De Goudse bevolking heeft genoeg veerkracht om de vrijheid van meningsuiting te waarborgen”, aldus de burgemeester.

De gemeente zegt er vertrouwen in te hebben dat mensen op een legitieme manier hun mening laten horen, bijvoorbeeld door met elkaar in gesprek te gaan. „In Gouda geven we ruimte aan de meningen en gevoelens die er leven. In Nederland zijn vrijheid van meningsuiting en vrijheid van godsdienst heel belangrijke waarden. Daarover bestaat geen discussie. Eenieder die zich gekwetst of beledigd voelt door kunst of anderszins heeft de mogelijkheid om de rechter te vragen zich hierover uit te spreken.”

De burgemeester is van mening dat de overheid de grootst mogelijke terughoudendheid in acht dient te nemen als het gaat om de beoordeling van kunst. „Het college zal daarom geen inhoudelijk oordeel uitspreken over de keuze van het museum om mogelijk het werk van Sooreh Hera tentoon te stellen.”

Ook MuseumgoudA laat zich niet weerhouden door de negatieve reacties die de kunstwerken bij islamitische organisaties ontlokken. Volgens directeur Ranti Tjan worden deze reacties vooral in de media weergegeven en zijn de tegenstanders die zich bij zijn museum melden op de vingers van één hand te tellen. „Ik krijg vooral positieve e-mails over het initiatief om Hera’s werk te tonen.”

Tjan vertelde blij te zijn dat er in verscheidene media een sterk pleidooi wordt gevoerd om de werken tentoon te stellen. „De vrijheid van meningsuiting is een groot goed”, vindt de directeur. Deze vrijheid is volgens hem in het geding als de foto’s van Hera uit godsdienstige of politieke overwegingen niet worden getoond.

Eerder deze week richtten twintig islamitische organisaties in Den Haag het comité ”Respect voor u en mij” op om respect voor de islam te eisen. De foto’s van Hera waren de druppel die de emmer deed overlopen, aldus woordvoerder Waiel Alkhateeb.