Brandstichting Roermond niet langer als moord gezien
Het openbaar ministerie (OM) in Roermond beschuldigt de verdachte van de brandstichting in een woning aan de Jupiterstraat in Roermond niet langer van moord.
Door die brand kwamen in juli zes kinderen van vier tot twaalf jaar om het leven. De verdachte, Peter G., wordt nu brandstichting met de dood ten gevolg ten laste gelegd. Dat heeft het OM in Roermond donderdag bevestigd.
Het OM wil middels deze tenlastelegging onder meer voorkomen dat er tijdens de zitting van de rechtbank een juridisch touwtrekken ontstaat rond de toedracht van de brandstichting.
Het OM wil naar eigen zeggen voorkomen dat het accent komt te liggen op ellenlange debatten over moord of doodslag, temeer daar volgens het OM brandstichting in elk geval vaststaat, en ook dat door die brandstichting zes kinderen het leven lieten.
De maximumstraf die op brandstichting de dood ten gevolg hebbend staat, is overigens gelijk aan de straf die op moord staat, aldus het OM. Voor beide vergrijpen kan iemand veroordeeld worden tot levenslang.
Het verschil met een aanklacht wegens moord is, dat de verdachte bij moord de kinderen willens en wetens om het leven zou hebben gebracht. De verdachte heeft de brandstichting bekend, maar ontkent de bedoeling te hebben gehad de kinderen om het leven te brengen.
Peter G. Moet zich op 10 oktober voor de Roermondse rechtbank verantwoorden voor zijn daad. Het gaat om een zitting pro forma. De zaak wordt nog niet inhoudelijk behandeld, omdat eerst een psychiatrisch rapport van de verdachte moet worden afgewacht. Dat kan tussen de een en drie maanden duren, denkt het OM.