Binnenland

„Bestuur museum Hoeksche Waard moet opstappen”

HEINENOORD - Het bestuur van het streekmuseum Hoeksche Waard in Heinenoord voldoet niet en moet opstappen. Dat schrijft de projectgroep Doorstart Streekmuseum in het rapport ”Toekomst voor het verleden”.

Van onze correspondent
6 December 2007 08:34Gewijzigd op 14 November 2020 05:21

Het rapport is vorige week gepresenteerd aan het dagelijks bestuur van het museum en de leden van het algemeen bestuur. De projectgroep constateert dat er het nodige mis is met het museum: de huisvesting is niet goed, financieel heeft het bestuur de zaken niet op orde en de conservator werkt niet volgens de geldende museale regels. Zo zouden delen van de museumcollectie uit museumboerderij Oost-Leeuwenstein „ongecontroleerd zijn geruimd.”Ook vindt de projectgroep dat het streekmuseum verder moet op twee locaties: het Hof van Assendelft en de boerderij Oost-Leeuwenstein, beide gevestigd in Heinenoord. Oost-Leeuwenstein moet ingrijpend worden gerestaureerd. De drie woningstichtingen in de Hoeksche Waard willen daaraan een bijdrage leveren. Zij zien goede mogelijkheden voor aankoop, restauratie, verbouwing en verhuur van het streekmuseum.

In het algemeen bestuur van het streekmuseum zitten onder anderen vijf wethouders van de gemeenten in de Hoeksche Waard. Volgens het rapport hebben zij „dubbele petten” op. De wethouders stellen in hun gemeenten zelf de subsidiebedragen voor het museum beschikbaar.

De wethouder van Binnenmaas, E. Lafeber, is bovendien huisbaas van het streekmuseum. „Zowel de structuur als de bemensing voldoet niet meer aan de eisen die anno 2007 worden gesteld. Alleen met gekwalificeerde mensen, andere bevoegdheden, taken en verantwoordelijkheden kan de toekomst met vertrouwen tegemoet worden gezien”, aldus het rapport.

Conservator K. Braun van het museum reageert verbolgen. „Hier zijn mensen aan het werk geweest die er persoonlijk belang bij hebben het museum in een kwaad daglicht te stellen. Dit komt heel hard aan. Het is zuur voor de vele vrijwilligers. Zij voelen zich te kijk gezet. De projectgroep zegt dat er onder hen veel enthousiasme is, maar eigenlijk vindt die het bij het museum maar een rommeltje. Dat noem ik een regelrechte schoffering. Onterecht en demotiverend.”

Braun is verder ontevreden over de staat van onderhoud van Oost-Leeuwenstein. „De boerderij is een bouwval, met een zeer ongezond klimaat, een inventaris die staat weg te rotten, giftige schimmels, ratten, houtworm, roest. Een halfvergane, verpulverde troep: de nachtmerrie van elke conservator. Met mondkapjes is alles van karton en papier eruit gehaald om verder verval te voorkomen. Wat echt kapot en vergaan was is inderdaad weggegooid, ja, dat verkruimelde in je handen, totaal verloren.” Braun zegt dat het museum al twee jaar wacht op door de gemeenten toegezegde subsidies. „De museumkas is intussen bijna leeg. Nog even en de poort kan echt dicht.”

Ook de vele vrijwilligers reageren geschokt. „Dit heeft Braun echt niet verdiend. Hij is juist de motor achter veel dingen”, zegt een van hen. „Er worden vuile spelletjes gespeeld door meerdere mensen met allemaal hun eigen belangen. Het is triest om te zien hoe zogenaamde vrienden kunnen veranderen in iets kwaadaardigs.”

Museumconservator Braun gaat zich beraden op de toekomst. „Ik heb veel plezier in dit werk, maar als mensen je moedwillig zoiets aandoen, dan houdt het voor mij op.” Braun heeft vermoedens uit welke hoek de wind waait. „Er is iemand met veel tamtam uit de projectgroep gezet. Al heel snel bleek dat die een eigen agenda voerde. Hij uitte veel kritiek en beschuldigingen, vooral op mij. Hij is uit op mijn val, want er staat een familielid klaar dat hier graag conservator wil worden.” Het bestuur spreekt zich waarschijnlijk pas in januari uit over de uitkomsten van het onderzoek en de aanbevelingen in het rapport.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer