Dat blijkt uit het lang verwachte, donderdag gepresenteerde collegeprogramma van burgemeester en wethouders van Rotterdam. „Het nieuwe elan van Rotterdam … en zo gaan we dat doen” is de uitwerking van het collegeakkoord uit april. Het programma is opgedragen aan Pim Fortuyn, de voorman van Leefbaar Rotterdam (LR).

Die partij werd bij de gemeenteraadsverkiezingen in maart in een klap de grootste van Rotterdam. Samenwerking met de PvdA was voor Fortuyn onbespreekbaar, waarna na enig gesteggel een college met VVD en CDA uit de bus rolde.

Fortuyn had de Rotterdammers een veiliger stad beloofd en dat is ook het voornaamste doel van het college. Aan het eind van zijn periode (vier jaar) zijn volgens het college de zevenhonderd personen die de meeste overlast veroorzaken, van straat gehaald. Deze ’hufters’ zitten of vast in een cel of in een hulpverleningstraject. Het Centraal Station is veilig, alle openbaarvervoerlijnen zijn veilig en onveilige wijken bestaan niet meer. Wie klachten heeft, kan zich melden bij een veiligheidsloket dat volgend jaar open gaat.

De overlastgevende tippelzone aan de Keileweg wordt gesloten en er komt een anderssoortige werkplaats voor prostituees. Jongeren die zich aan criminaliteit schuldig maken, kunnen op straf rekenen. In elke wijk worden de 25 jongeren die het meest overlast veroorzaken, aan justitie overgedragen. Criminele illegalen worden uitgezet.

De strafrechtelijke aanpak is streng, maar de gemeente stelt daar ook wat tegenover. Wie zorg nodig heeft, kan het al dan niet gedwongen krijgen. De gemeente garandeert dat het lerarentekort in ieder geval in het basisonderwijs wordt weggewerkt. De stad wordt verder aantrekkelijker gemaakt voor hogere inkomens door het bouwprogramma te wijzigen. Nieuwe bedrijvigheid krijgt de ruimte om werkgelegenheid te scheppen. Daarvan moeten 12.000 van de ruim 40.000 mensen in de bijstandswet profiteren.

Zowel voor nieuwkomende als al eerder gearriveerde allochtonen willen burgemeester en wethouders ook alles op alles zetten om hen te laten integreren. Het Rijk zou daar ook snel wat meer aan mogen doen, want daar is volgens het college de noodzaak nog niet echt doorgedrongen. Rotterdam komt met een deltaplan Inburgering.

Alle maatregelen kosten het college ruim 180 miljoen euro. Daarvan is 100 miljoen voor de veiligheid. Het geld wordt gevonden in de verhoging van een aantal tarieven (onder andere parkeren en afvalstoffenheffing), doelmatigheidsoperaties, een korting op subsidies en een flinke greep (20 miljoen) uit het Groeifonds (een ’spaarpotje’ van de gemeente). Een aantal gemeentelijke diensten wordt ontzien, zoals bijvoorbeeld stadstoezicht en de gemeentelijke reiniging. Maar het aantal ambtenaren bij de bestuursdienst loopt met 10 procent terug, overigens zonder gedwongen ontslagen.

De afspraken zijn meetbaar en controleerbaar, aldus het college. Op die afspraken en de 55 meetbare doelen wil het college over vier jaar worden afgerekend. Dat geldt ook voor de - benoemde - burgemeester Opstelten. „Als de doelen niet worden gehaald, moet men bij mij zijn.” Verliest hij het vertrouwen van de raad, dan rest niets anders dan „een eenregelig briefje naar hare majesteit”.

Zowel de Haagse LPF (Lijst Pim Fortuyn) als Leefbaar Nederland juichte het programma toe en zij claimden het als eigen succesje. Leefbaar Nederland wees erop dat het strenge beleid was geformuleerd op hezelfde congres waar ooit Pim Fortuyn als lijsttrekker werd aangewezen. LPF-woordvoerder Eerdmans, de vroegere secretaris van Opstelten, noemde het programma opgesteld „in de geest van Pim Fortuyn”.